Studio R.S. |
HERMAN VAN VEEN
OVER ZIJN WONDERLIJKE AVONTUREN
|
3 februari 1979 |
Herman van Veen heeft het
druk. Er staat weer een toernee door de Bondsrepubliek
op het programma, en een
aantal optredens in Zwitserland. Op
het ogenblik brengt hij de meeste tijd
door in de Brusselse televisiestudio's,
waar een show rond hem en zijn
groep wordt opgenomen. De KRO
kocht een zesdelige kinderserie die
Herman van Veen in opdracht van de
Duitse televisie maakte, en die in
Duitsland en in andere landen een
groot sukses was. De Gooise uitgeverij en Harlekijn hebben vorig jaar
naar aanleiding van de serie een
kinderboek voor mensen van 7 tot 77
jaar op de markt gebracht met de
verhaaltjes uit de serie en rijk geïllustreerd met foto's. Herman van
Veen en de zijnen zijn intussen bezig
aan een vervolg op de serie, die evenals de eerste „De wonderlijke avonturen van Herman van Veen" zal gaan
heten.
Herman van Veen: „Altijd al heb ik wat voor kinderen willen doen. Ik kom uit het onderwijs moet je weten. het muziekonderwijs. Via het onderwijs ben ik in de theaterwereld terechtgekomen. Toen die uitnodiging van de Duitse televisie kwam om een kinderserie te maken, heb ik die met beide handen aangegrepen. Ik heb eerst een koncept gemaakt en dat werd goedgekeurd. Daarna zijn we de muziek en de liedjes gaan schrijven en opnemen. De serie gaat over kinderfantasieën. Inderdaad ongeveer zoals ik ze als klein jongetje ook heb gehad. De wonderlijke avonturen van Herman van Veen gaat over Herman die, met zijn vrouw Marlous en acht, vrienden in een witte molen woont, die midden in een grote stad tussen de torenflats staat. De molen kan heel bijzondere dingen zoals bijvoorbeeld vliegen. Binnen hangen allemaal toverschilderijen. waardoor je naar binnen kunt stappen in de wereld die het schilderij voorstelt. In één stap ben je in een toverkasteel of in een slotgracht met geheime tunnels waardoor je in geheime kamers komt of in Afrika. In één stap ben je ook weer veilig thuis in de molen." „De serie is ten eerste een half uur gezellig lachen. Er zit wel een boodschap in, maar dat was geen vooropgezet doel. Het lachen komt op de eerste plaats. Ik moet zo oppassen, want alles gaat zo verschrikkelijk gauw zo bol klinken, en dat wil ik niet. Natuurlijk zijn torenflats niet leuk voor kinderen, en overvolle steden niet, en vervuild water niet." „Er zit veel van mezelf in deze serie. Veel van hoe ik me voelde toen ik een klein joch was. Ik zat altijd schilderijen levend te maken. Dat kan in een kindergeest. Je kan met je fiets in het water vallen en uren onder blijven zonder een zuurstofapparaat. Ondertussen red je een gevangen genomen jonkvrouw en versla je een boze ridder of zoiets. Het derde deel gaat over een nozempie. Een klein brutaal joch dat z'n fiets met een heleboel lampen heeft omgebouwd. waardoor het net is of hij op een Harley Davidson zo'n bloedmooie motor rijdt. Hij rijdt Herman op een zebra aan en eist, hoewel Herman van mening is dat hij veel te hard reed, 25 gulden schadevergoeding. Ik kom zelf uit een buurt in Utrecht, waar nozems een normaal verschijnsel waren. Ik heb de musical Jukebox geschreven. over nozems en rockers. mijn jeugd. Ik kamde als jochie ook mijn haar achterover. Dan maakte ik het eerst nat. In de serie gebeuren dingen die eigenlijk niet kunnen. maar die wel heel leuk zijn. Ik speel met nozempie een tafeltenniswedstrijd in het Olympisch Stadion. Welk kind vindt dat niet leuk?" (R.S.) |