Televizier
Jan Overduin

De harlekijn van de blits

Herman van Veen; "Ik gebruik een hoop middelen, omdat ik van veel dingen houd."

23 nov 1968

UTRECHT, ACHTERGRACHT 7.
Naast de deur op ooghoogte in rode letters "Harlekijn Holland", de zake lijke organisatie achter Herman van Veen. Hij doet zelf open: een slanke, bleke jongeman met lang, blond krul- haar en diepliggende blauwe ogen. De affiches en kranteknipsels in de gang illustreren overtuigend hoe deze zoon van een Utrechtse typograaf zich in één jaar uit het niets tussen de groten van onze kleinkunst heeft gewerkt.



Binnen zijn twee kamers uitgebroken en ingericht als kantoorruimte. Aan een muur een blauw geschilderd prikbord zo groot als een oinemascopedoek, waarop één velletje papier met de oproep: "Donderdag, vuilnisbak buiten zetten!"
Herman, in wit truitje, bruinbeige broek en zwarte, gewerkte schoenen, loopt van de ene telefoon naar de andere (,,'t is waanzinnig druk vanmorgen"). Van de meeste telefoongesprekken maakt hij een komisch nummer voor één heer. Laat grote kleurenfoto's zien van Africa Jarbo, een Amerikaanse negerin die opvallend mooi en tevens soulzangeres is en Floortje Klomp binnenkort in Hermans show gaat vervangen.

"Enorm stuk, hè? Ze heeft een stem als een loeiende koe, iets geweldigs!" zegt hij breed grijnzend, zich nu al de reactie van het publiek voorstellend. Herman steekt een zonnebril in de krullen boven zijn voorhoofd - het is buiten zwaarbewolkt en mistig - en vraagt of ze het nu verder zonder hem kunnen stellen. Even later rijden we in zijn grote paarsrode Renault ("een einde-wagen") naar zijn garage in Zeist. De auto moet worden doorgesmeerd. "Hij is al ruim 400 km over tijd," zegt Herman bezorgd. Een klein meisje loopt bijna onder de auto. Herman kijkt langdurig met gespeeld-strenge blik naar haar. Het meisje, eerst geschrokken, ziet de lach in zijn ogen en lacht terug. Met vaste hand stuurt hij door het drukke verkeer, intussen rustig reagerend op de gestelde vragen.

- Je eerste zaaloptreden in Utrecht werd een flop. Waar lag dat aan?

Herman van Veen: "Ja, we zijn toen finaal de mist in gegaan. Het was ook geen goed programma. We hadden al ons talent, kennis en enthousiasme meegebracht. Toch was dat nog onvoldoende voor een avondvullende theaterproduktie. Het werd een enorme afknapper. Maar de volgende dag zijn we direct doorgegaan. Dictie, belichting, timing, alles moest beter. Twee maanden later kwamen

we terug met het programma "Harlekijn" en dat is fantastisch ingeslagen." - Ben je vroeger ooit op dit gebied bezig geweest?

"Op de lagere school zette ik met vriendjes al circussen on later allerlei soorten operettes op poten. Zingen en spelen doe ik zo van m'n tiende jaar af. Ook in de middelbare schooltijd en later op het conservatorium - ik wilde violist worden - zat ik midden in het studententoneel. Ineens was het over, met die viool. Ik heb het conservatorium wel afgemaakt, ja. Kan ik altijd nog een goede boterham verdienen als muziekleraar."

Tussen de vele bedrijven door speelde Herman dit jaar ook nog de hoofdrol in de Belgische film "Princess", ,,een lekker luchtig en romantisch geval". Daarin is hij een fotograaf die zijn ziel en zaligheid verkoopt aan^ het geld ten koste van zijn geliefde, het Britse fotomodel Virginia Maller. Opnamen hebben onlangs plaatsgevonden in België en Venetië.

- Is het acteren je mee- of tegengevallen?

Herman van Veen: "Ik wist helemaal niet wat mijn mogelijkheden op dit gebied waren. Achteraf moet ik zeggen: het heeft me zelf verrast. In zoverre is het me tegengevallen dat ik nooit had vermoed dat het zo hard werken was. Vaak om zes uur op en diep in de nacht naar bed, nauwelijks tijd om te slapen, 't Was een fantastische ervaring. Ik heb erg veel geleerd, vooral discipline." - Hoe noem je jezelf het liefst?

"Geen cabaretier. Ik zie mezelf als een soort comedian-chansonnier. Een nar. Nee, toch nog liever een troubadour. (Denkt na.) Een minstreel, ja, een narrige minstreel. Dat is mooi, niet?"

- Hoe is Herman van Veen?

"Zeer idealistisch, zakelijk, sentimenteel en hard. Ik ben vaak erg gevoelig voor stemmingen. Ja, vrolijk ook, heb altijd gein. Maar ik kan ook heel bedroefd zijn, me intens triest voelen door een bepaalde boom of het weer. Ik houd van het experiment en het avontuur, van reizen. Ik ben gék op klassieke muziek, literatuur, maar ook van uitgaan en sport. Voetballen, eigenlijk van alle sporten. Mensen die zich het lazerus lopen om een bal tussen twee palen te krijgen, dat vind ik schitterend. Dat spreekt me aan. Ik doe als ik tijd heb aan tennis. Ik blijf gemakkelijk in een goede conditie doordat ik tijdens de show veel gebruik maak van mijn lichaam."

Je gaat met een enorme intensiteit te werk.

"Nu nog wel, maar dat is langzaam aan het veranderen. Je kunt intensiteit in veel beweging zoeken, maar je kunt ook intensief zijn in de stilte. Dat laatste fascineert me op het ogenblik. Neem zo'n liedje als "Waar blijft de tijd" van Jean Ferrat. Die geweldige onderhuidse vuist, die bundeling van kracht, maar dan niet in fortissimo, dat vind ik prachtig. Als contrast kun je dan heerlijk uitgelaten doen."

- Je wilt niet, zoals Toon, alleen maar lieve en vrolijke liedjes brengen?

"Ik wil die dingen doen die ik van binnen voel. Veel vrolijkheid, maar ook de trieste dingen van het leven, overeenkomend met de realiteit. Overigens vind ik het grandioos van Toon dat-ie zo levensblij is."

- Veelzijdigheid vind je noodzakelijk?

"Dat is erg belangrijk in mijn geval. Theater is naar mijn mening experiment. Ik gebruik dan ook een hoop middelen, omdat ik van veel dingen houd. In ons eerste programma neemt de klassieke muziek een belangrijke plaats in. In hoofdzaak ben ik geïnteresseerd in onze show, maar ik houd me ook bezig met bepaalde zakelijke aspecten van "Harlekijn Holland". Plannen maken, creatief bezig zijn. Het is een soort sport. Het feit dat een handvol jongeren een bedrijf uit de grond stampt, dat vind ik machtig."

- Je hebt zelf ook teksten voor "Harlekijn" geschreven?

"Ik heb erg veel geschreven, maar ik gebruik tot nu toe weinig van mezelf, uit zakelijke en planologische redenen. Ik houd bewust dingen van mezelf aChter, voor later. Als ik goed materiaal van anderen heb, waarom zou ik dan uitsluitend dat van mezelf nemen. Ik ben aan een ontwikkeling bezig. De conférence bijvoorbeeld, die in dit programma nog een heel bescheiden plaats inneemt, zal straks in m'n nieuwe show van januari '69 - nee, ik wil er nog niets over zeggen - aanmerkelijk worden uitgebouwd."

- Heb je "Zo is het" destijds gezien?

"Vond ik erg goed, hoewel ik me kan voorstellen dat bepaalde mensen zich beledigd voelden. Het was te eerlijk en te persoonlijk om in die tijd door te kunnen gaan. Het is een uniek programma geweest dat net als David Frost in Engeland baanbrekend heeft gewerkt. Satiriek cabaret zoals bij ons Lurelei, dat vind ik echt cabaret. Daarom noem ik mij geen cabaretier. Ik prefereer het meer levensblije en het entertainachtige, hoewel ik 'het best leuk vind om een keertje de blits te maken, even flink loos te gaan."

- Ben je gelukkig met de tijd waarin je leeft?

"Enerzijds is het een -beroerde tijd waarin een waanzinnige hoeveelheid rottigheid gebeurt. Maar aan de andere kant is het een grandioze tijd. Bijna alles is mogelijk. Je kunt de wereld zien, de mensen van je tijd ontmoeten. Ik heb dat nodig zoals eten en drinken. Iedere maand ga ik als het effe -kan een weekendje naar Londen of Parijs om te zien wat de broeders en zusters in het vak daar presteren. Dat schenkt nieuwe en rijke ervaringen."

- Je werkt bewust naar een respons in de zaal?

Herman van Veen: "Ja. dat antwoord is uitgewerkt, daar is plaats voor. 't Is een wiskundig sommetje. Ik draag het gegeven aan en de oplossing vinden we samen. Als die respons wegblijft, ligt het aan mij, heb ik de verkeerde dosering gebruikt. Je moet niet klakkeloos gaan improviseren, dan loop je kans arglistig de mist in te gaan. Ik probeer met mijn publiek te spelen. Altijd ben ik nieuwsgierig wie er dit keer in de zaal zitten. Je zoekt contact met die mensen, je doet zoveel mogelijk wat ze fijn vinden. Hun reacties inspireren je enorm. Als er eenmaal een wisselwerking tot stand is gekomen ga je los, dan gooi je alles eruit. Het gebeurt me weleens dat ik moe ben of het allemaal niet meer zie en het kalm aan wil doen. Maar dan zie je al die mensen, met gezichten vol verwachting en voor je 'het weet slaat de lont weer in het kruitvat en brand je los, alles gevend wat je hebt." Tivoli, Utrecht. Minder dan een uur voor de voorstelling. Op het toneel zijn Herman en zijn vijf begeleiders druk doende. De instrumenten worden afgestemd, de lichten ook. "Staat die partij al op de lessenaar!" roept Herman. De vleugel moet wat naar achteren: hij wil straks de ruimte hebben om te kunnen "uitpakken". In de kleedkamer speelt hij nog enkele virtuoze passages viool, poedert de bleke wangen en werkt zich tenslotte in blauw overhemd en zwart pak.

De bel gaat: Herman moet op.

Over weinige ogenblikken zal hij alles in het werk stellen de zaal in zijn ban te krijgen. Daartoe zal hij exploderen in een mitraiUeurvuur van grappen en grollen, afgewisseld met goed getimede melancholie om op adem te komen.

Ruim twee uur later. Langdurig applaus. Achter het zojuist gevallen doek staat een bezwete en van alle capriolen nahijgende Herman van Veen. Hij is doodmoe, maar tevreden. "Was erg fijn publiek, intelligent, lachte om de kleine dingen," zegt hij tussen enkele slokken frisdrank door. "Er zat voortdurend een golf van respons dn de zaal."



Jan Overduin