Monitor

Herman is geen boodschappenjongen

22 nov 1971

"Van mij zullen ze nooit het verlossende woord horen," zegt Herman van Veen die vanavond een speciaal voor de televisie samengesteld programma brengt. "Ik heb geen boodschap voor het publiek. Boodschappen halen ze maar bij De Gruyter. Het enige dat ik doe is vertellen over mijn ontdekkingen. Dat wil ik aan het publiek doorgeven."


Over Herman van Veen zijn al heel wat lovende woorden geschreven. Enkele krantekoppen: "Herman van Veen: een compleet wonder", "Wonderbaarlijke show", "Herman kan bijna alles", "Knap cabaret", "Groot talent".
Met zijn cabaret Harlekijn bracht Herman van Veen het uiteindelijk tot de grote theatertempel: Carré. Maar met de televisie heeft het eigenlijk nooit zo lekker gezeten. Bijna drie jaar geleden contracteerde de VARA Herman voor een aantal shows. Maar na twee uitzendingen liet Herman de afdeling amusement van de VARA weten: "Ik ben een theaterartiest en nog lang geen televisieman.

Ik heb het willen proberen, maar ik moet eerlijk bekennen: ik ben de mist in gegaan." Maar de mist is intussen opgetrokken en Herman gaat het weer voor de televisie proberen. Maar op z'n best is hij in het theater met veel publiek in de zaal. Dan komt hij op een abnormale manier op. Soms vanuit de zaal, uit de orkestbak of hij klimt vanaf het balkon op het podium. Hij speelt viool (studeerde vijf jaar aan het conservatorium); springt, danst, ramt op een trom, slaat op de piano, zingt, schatert, stuurt de mensen de pauze in, terwijl hij op het toneel gewoon doorgaat, gaat bij wildvreemde vrouwen op schoot zitten en zingt dan alleen voor hen.