NUD
Bob Malmberg

Heerlijke chaos bij Herman van Veen

22 jan 1971

HERMAN is back in town. Drie avonden achtereen in de Jaarbeurs. Met een gloednieuw programma, een gevarieerd pakket instrumenten, een overweldigende geluidsinstallatie barstensvol elektronische snufjes en een felgekleurde lightshow. Herman van Veen, de harlekijn, de muzikale clown, de liedjeszanger. De spring in 't veld met de gevoelige oorlellen, de doorschijnende vlasblonde haren en de helderblauwe kijkers. Terug in Utrecht, de stad, die hem vijfentwintig jaar geleden verwierp, hem verstootte en hem nu weer met Open armen binnenhaalde.


"Dit kan er gebeuren". Hermans nieuwe programma had geen toepasselijker titel kunnen hebben. Gisteren op het eerste Utrechtse avondje ging het hem niet zo lekker. Met name voor de pauze. Geen wonder. Hij had de schrik nog in de benen over het zesjarige meisje, dat hij 's middags op de Amsterdamsestraatweg onder de auto kreeg en dat met een hersenschudding in het ziekenhuis belandde. Hij was er zichtbaar van onder de indruk, bedroefd ook. Pas na de pauze kwam hij er een beetje over heen. Herman is niet meer de explosieve harlekijn van vier jaar geleden. Hij is ouder geworden, volwassener, ernstiger en . .. wat rustiger. Toch nog wel uitbundig, maar meer bescheiden en minder onbesuisd, rijper gewoon. Herman is nu Herman. Ben jongleur met emoties. Beweeglijk, door en door muzikaal, gevoelig. Een troubadour die zich door het hart laat leiden. Oprecht, onbevangen, ruim ademend, met een zacht-hees, wat melancholiek stemgeluid. Een dichter die de rust gevonden heeft om naar zichzelf te luisteren. Een gelukkig mens. Het kan niet anders.

Van alles

Er gebeurt inderdaad, zoals de titel wil, van alles bij Herman van Veen. Zijn programma heeft geen enkele structuur, geen begin en geen einde. Herman put uit een enorme chaos, materiaal dat hij in de loop der jaren heeft gefabriceerd. Oude successen, nieuwe successen. Dingen die hij gisteren dacht en vandaag doet. Sombere dingen, gevoelige dingen, vrolijke dingen, vervelende dingen ook. Net hoe het hem invalt, net hoe hij zich voelt.

Die spontaniteit garandeert een afwisseling waar je van ondersteboven raakt. Hij stuitert en stottert, zwaait en zwamt, bokst en bonst, dribbelt en draalt, kauwt en kermt, bukt en buigt, kamt e n keutelt, draait en dramt, snikt en snottert, swingt en zwalkt, danst en dondert, briest en brult, fladdert en floddert, trilt en troost, spuugt en speelt, jankt en jaagt, rommelt en rammelt, sleurt en slentert, glijdt en glibbert. Zo uit de losse hand. Je houdt het niet voor mogelijk.

Daar tussen door krijst en kruipt hij ook nog door de zaal, over mensen heen, voor mensen langs. Deelt hij handtekeningen uit, experimenteert hij met klanken en woorden, met licht en kleuren. Demonstreert hij zijn muzikaliteit en zingt hij over zon, maan en sterren, over leven en liefde, over eenzaam-zijn, over stilte, over vrede en geluk, over grote namen en mooie woorden. En in die zang is hij op z'n best.

Herman van Veen is en blijft - voor mij althans - een zeer bijzonder en groot zanger: ijzersterke teksten, die je veel moet horen om ze volledig te verstaan en te waarderen. In de chaos die hij maakt valt dat niet altijd mee. Maar heerlijk blijft het toch, zo'n avond.



BOB MALMBERG