Traverse
Bert van Rijsingen

`Het begon bij Adam en Eva, maar eindigt met ´n Jap die ´t met ´n Duitse herder doet!`

2 sep 1990

De Duitse eenwording lijkt nog slechts een kwestie van tijd. Een heuglijke ontwikkeling, die niemand tot voor kort al voor mogelijk had gehouden. Herman van Veen kent door zijn vele toernees aan beide zijden van de Muur, de beide Duitslanden ook achter de coulissen. Hij zag de veranderingen in Oost-Duitsland, maar heeft zijn bedenkingen bij de wijze waarop zaken zich er nu in snel tempo ontwikkelen. Hij voorziet een ontwikkeling die leidt tot een nieuwe Europèse waarheid: die van een economisch ijzersterke Duitse grootmacht en gebruikt de 'Nationalmannschaft' daarbij als overweldigende beeldspraak. Of zoals hij het heel cynisch in zijn show zegt: "Het begon allemaal met Adam en Eva, en zal eindigen met een Japanner die 't met een Duitse herder doet!"


"Ik ben op een heel ander spoor gaan zitten, toen ik zo'n drie jaar geleden zag hoe gigantisch Amerikaanse en Japanse bedrijven in Oost Berlijn investeerden. Er verrezen in koortsachtig tempo grote hotels en kantoorpanden. En daaromheen kwamen allerlei faciliteiten, die in feite de opening naar het Westen al inluidden. Zo werd er een taxidienst opgezét vanuit Oost-, naar West- Berlijn, bestemd om zakenmensen vanaf het vliegveld naar de hotels te vervoeren. Die opening was er dus al voor de rijken. Bij elk bezoek zag ik dat groeien: snellere overgangen, meer faciliteiten. "


Handelsgeest


Maar ook in het verre Japan, dat Herman in verband met het maken van de- succesvolle tekenfilmserie van Alfred J. Kwak de laatste jaren veelvuldig bezocht, was de handel er naar zijn zeggen van overtuigd, dat het niet meer lang zou duren voor de grenzen zouden opengaan. "De Oost-Europese markt is een absoluut noodzakelijk markt voor het westen. Japan en Amerika zijn twee totaal gesloten markten. Daarnaast zijn ze ook nog ver weg en dus zijn de kosten voor investeerders ook vee3l groter.

Het lag dus in feite al in de handelsgeest opgesloten dat er een doorbraak inoest komen. Of de westerse ondernemers dat zelf geloofd hebben, weet ik niet, maar er is jarenlang daadwerkelijk geïnvesteerd. Veel DDR-burgers gingen daardoor ook werken voor internationale concerns en kwam er langs die weg ook meer druk op de ketel. En de Glasnost-Perestroika gedachte heeft de zaak gigantisch versneld. Het was niet eens zozeer het idealisme, dan wel de geweldige zakelijke druk die van twee zijden ontstond.


Verstrengelde belangen


Veranderingen die de cluwn-musicus ook tcrugvond in zijn ontmoetingen met het Oostduitse publiek. Buiten de voorstellingen ontmoette Herman veel mensen en kwam in aanraking met het zich vormende verzet. "Als kunstenaar ben je een soort hofnar; je komt op plaatsen waar niet iedereen komt. Ik denk graag na over politieke ontwikkelingen en praat daar dan ook over met die mensen. De verstrengelde belangen van multinationals spelen al jaren in Oost-Europa. Die waren altijd al gigantisch en dat is de laatste jaren alleen maar vergroot. Vorig jaar november dacht ik: binnen nu en een jaar barst de bom. Of er ontstaat een burgeroorlog of de bussines breekt die muur open. Ik heb in dat jaar veel contact gehad met religieuze groeperingen, vergaderingen bijgewoond en nachten in kerken doorgebracht. Iedereen wist dat er iets moest gebeuren, maar de mensen waren bang voor een bloedbad. Op die avonden spraken dan heel bewogen figuren, fanatieke mensen die opriepen tot massaal verzet. Maar niemand wist of die man echt was of dat speelde. Om de voorstellingen gebeurde toen ook heel veel. Mensen kwamen naar je toe, groe-peringen die.vroegen of je je wilde inzetten voor iets. Je werd er gewoon met de haren bijgesleept."


Smokkelen


De theaterkunstenaar van Veen. heeft ook zelf actie ondernomen ommensen naar.het vrije westen te krijgen. Dat deed hij ó.a. door ambassadebezoek en brieven te schrijven. "In de praktijk hielp'je als dat kon. Vaak kwam het dan neer op ambtelijk geduldslagen gewoon blijven schrijven. Zo konden we de Oostduitse vriendin van iemand uit onze groep het land uit krijgen. Die zijn inmiddels met elkaar getrouwd. We hebben ook wel eens een jongen onder onze vrachtauto vandaan gehaald. Die bleek zich bij de grens tussen de assen van de vrachtauto verschanst te hebben. Ook heeft iemand zich eens in de oplader verborgen achter alle kabels."


Punaises


Velen hebben de vlucht naar het westen met de dood moeten beko-pen en de voortrekkers van de burgeropstand blijken ook nu met lege handen achter te blijven. Herman: "Ik vind het buitengewoon bedenkelijk dat de initiatiefnemers van de doorbraak nu met de nek worden aangekeken. Zij zijn de punaises die nu in de ophaalbrug zitten, omdat de massa er gewoon overheen gewalst is. En de christendemocraten, die altijd de reet van de communisten gelikt hebben, zitten nu op de troon als de sterkste groepering. Het geld is de grote animator en de hel-* den liggen in de goot, zoals ik het in een van mijn liedjes zeg. De mensen die het in beweging gezet hebben, daar is 'rücksichtslos' overheen gewalst.
Op grote schaal is het fascinerend wat er gebeurt, maar op kleine schaal is het afschuwelijk. De gevolgen daarvan zijn volstrekt niet te overzien. Men verschuilt zich nu achter de Europese gedachte, maar ik beschouw dat als een loperfilosofie. Het is de sleutel die nu mild stemt, maar straks komt er een Mark die zó hard is ten opzichte een Franc, Dollar, Pond of Yen, dat dat de nieuwe waarheid is. Dat wordt het nieuwe argument in de toekomstige discussie. In de voorstelling maak ik daar een heel ironisch grapje over, als ik zeg dat het allemaal begon met Adam en Eva en het zal eindigen met een Japanner die 't met een Duitse herder doet- De twee verliezers van de Tweede Wereldoorlog die er nu economisch het beste voorstaan.


Voetbal


Van Veen ziet dan ook meerdere overeenkomsten tussen beide naties en trekt de beelspraak door naar voetbal. Ik ken de Bondsrepubliek ontzetten goed omdat ik daar al twintig jaar werk. Ik ben goed bekend met de verschillende mentaliteiten in het zuiden, noorden en oosten. Van de andere kant ken ik Japan nu ook goed. Twee volstrekt verschillende werelden, maar op een of andere wijze zijn er enorme overeenkomsten tussen het Japans en Duits denken. Heb het maar over voetballen. Een Duits elftal van gemiddelde kwaliteit blijft een ongelofelijke outsider. Om de mentaliteit blijft het een buitengewoon gevaarlijke tegenstander. Een karakter dat altijd doorgaat. Wij denken dat de wedstrijd in de zak zit en dan maken zij in de laatste minuut nog een doelpunt. Het functioneert ook heel erg vanuit die underdog positie. Juist daar zit een enorme kracht."


Collectief


Japanners bedienen zich weliswaar van een ander mechanisme, maar het functioneert volgens de zanger op eenzelfde wijze. "De Japanner heeft een contact met de eeuwigheid. Voor hem is dit leven maar een stap in de ontwikkeling. Hierna gaat het leven verder en word je daarvoor gehonoreerd. Dat traditionele denken verandert wel bij de jeugd, maar zestig tot zeventig procent van de Japanners denkt nog zo. Net als de Duitsers functioneren Japanners zeer collectief. Individualisme is een echte Hollandse eigenschap. Scandinaviërs, Engelsen en de Fransen hebben dat ook wel. Die collectiviteit is iets wat wij niet kennen. Een Japanner gaat 's avonds met zijn bedrijf drinken. Die denken in 'wij' vorm, iets wat een Hollander niet kent. Ik ben een uitgesproken Hollander en dat kan ik nooit veranderen. Ik ben sterk in het relativeren; dat is uiteindelijk ook mijn vak. Het zien van de paradoxen daar beweeg ik mij binnen. En als ik daarbij heel ver ga dan accepteert die Duitser dat juist omdat ik zo typisch Hollands ben. Ik ben een vreemde vogel die zegt de dingen zoals ik ze zeg. Maar dat kan een Franse chansonnier of Amerikaanse popzanger ook. Een buitenlandse vedette kan zich omgekeerd hier in ons land ook meer permitteren dan een Nederlander."


Publiek anders


Om weer eens voor eigen publiek op te kunnen treden vindt Herman" een fijne ervaring. Er blijkt na al die jaren een verschil met vroeger te zijn en ook met het publiek in het buitenland. "Dat merk je al bij het opkomen. In Frankrijk kom ik op en dan is er meteen een geweldige ovatie, misschien wel het grootste applaus van die avond. In Nederland is dat een vriendelijk begroetingsapplausje. Het is hier volkomen anders maar dat maakt Nederland ook leuk en bijzonder. Vier jaar heb ik hier niet meer opgetreden. Voor het eerst kon je al drie/vier maanden van te voren geen kaartjes meer krijgen. Als we vroeger zes weken in Carré zaten dan moest ik de eerste vier weken de mensen écht binnenzingen. Men wachtte eerst de kritieken af, maar nu waren er zó 60.000 kaarten weg. Dat is natuurlijk grandioos! Vroeger speelde ik ook voor uitverkochte theaters, maar de manier waarop het ging was anders. Dit is echt thuiskomen, heel bijzonder! De mensen zijn heel warm en de vedetteafstand, die er in het buitenland is, is hier afwezig. Ik ben een van ons die zingt! In Frankrijk of de Verenigde Staten ben je de man uit dat vreemde, verre land, waar het publiek voor gekomen is ómdat ze zo van je houden.
Die zijn waar het publiek voor gekomen is ómdat ze zo van je houden. Die zijn heel blij dat je die lange reis hebt ondernomen en de moeite hebt genomen om hun taal te spreken. In Nederland ben ik thuis, maar in het buitenland ben ik minder geremd omdat je weet dat je de taal niet perfect spreekt. Jij weet en zij weten dat je fouten maakt. Dat geeft een heel aangenaam communicatieniveau.
Het publiek apprecieert het heel erg dat je ze in hun eigen taal aanspreekt. En ik ben toch in de eerste plaats een muzikant, dan een hele tijd niets, en dan een danser en clown. Ik praat niet zoveel en ben eigenlijk alleen verbaal bezig in mijn liedjes. Ik zeg wel dingen, maar moet het niet hebben van een echt woordspel."


Terughoudend


Pratend over zijn imago, zijnde moeilijk toegankelijk voor journalisten: "Interviews vipd ik maar lastig; ik ben liever in mijn tuin bezig. Het ontaardt ook vaak in zo'n flauwekul. Voor een journalist ben je natuurlijk ook maar een produkt. De vraagstelling is vaak voorspelbaar en dan denk ik 'dit weten mensen toch allang'. Of er worden dingen gevraagd waarvan ik denk, dat die niemand interesseren. Dan praat je al minder snel met zo'n iemand. Daarbij komt een voorkeur voor bladen; je kunt niet zomaar met Jan en Alleman praten; ik ben daar ben ik heel terughoudend in.

Ik probeer zo zorgvuldig mogelijk te zijn in mijn uitingen en verwacht dat ook van degene met wie ik spreek. Als ik dan later een zekere mate van ongeconcentreerdheid bespeur of interpretaties teruglees die niet de mijne zijn, dan praat ik daar niet meer mee. Als ik een interview weiger omdat het bewuste blad me niet aanstaat, dan begrijpt zo'n journalist daar vaak niets van. Ze denken dat ik die publiciteit nodig heb. Maar ik ben niets meer dan een warme bakker, die probeert handwerk te leveren in zijn metièr. Ik streef een klandizie na, die ik aankan en wil geen verkeerde verwachtingen wekken.

Het is allemaal niet zo eenvoudig wat we doen en het is absoluut niet voor iedereen."



Bert van Rijsingen