Drents Asser Courant
Lex van Kooten

>Reis langs momenten van onbegrip

2 juni 1990

Nederland en iedereen zal dat weten ook. Al enkele maanden is op de televisie de tekenfilmserie 'Alfred Judokus Kwak' - naar de gelijknamige show van Herman van Veen - te zien. En hij staat ook weer op de Bühne. Met een show die veel wegheeft van de show die hij vorig jaar op zijn Duitsland-toernee (totaal een half miljoen bezoekers) bracht. Hier en daar aangepast. Helemaal nieuw zijn de liedjes, van zijn nieuwe cd/lp 'Blauwe Plekken'. De levensvisie van een 45-jarige entertainer, ooit 'het meest vertroetelde theaterkind van Nederland' genoemd, die voorlopig nog van geen ophouden weet.


In l976, tijdens een nostalgische terugblik op zijn carrière, heeft Herman van Veen eens gezegd: "Ik was vast van plan de wereld beter te zingen. " Hij is nu veertien jaar verder. Is het hem gelukt?

"Ik ben er nog steeds mee bezig. Anderen moeten beoordelen of het lukt. Maar ik ben niet ontevreden; helemaal niet. Het allerleukste van dit vak is, dat ik op het toneel al ongeveer 25 jaar mensen een aangename avond bezorg. Maar verder kun je ook iets voor anderen betekenen door je opstelling in het openbare leven; ik denk aan stichting Colombine, Forster Parents Plan en andere dingen waar ik me de afgelopen jaren voor heb ingezet. En waarmee ik heel feitelijk heb kunnen bijdragen aan situaties van mensen die er aanzienlijk beroerder voor staan. Dat is natuurlijk altijd te weinig, maar toch..."

Zijn je idealen veranderd, in een tijd waarin Gorbatsjov een vredesproces op gang bracht en uiteindelijk de Berlijnse Muur is gevallen?

"Dat zijn voor mij geen idealen... Ik zie de omwenteling in de DDR en in het socialisme meer als een economisch proces dan als een ideële zaak. Ik denk dat die hele omwenteling gewoon plaats heeft gegrepen omdat het socialisme bankroet is. Wat nu in Oost-Europa mogelijk is komt, omdat West-Europa een nieuwe markt nodig heeft. Die markt is gecreëerd en aan de markt past de politiek zich aan. Het is geen idealisme; het is een overlevingsprincipe."

De revolutie ontketent zich vervolgens als vanzelf?

"Zo simpel ligt het natuurlijk niet. Maar het gebeurt van twee kanten. Het 'communisme' heeft zichzelf door kapitalistische tendensen om zeep geholpen. Mensen zijn mensen, in welk systeem ze ook leven. Het blijven mensen .... met al hun walgelijke en schitterende eigenschappen."

Wat vind je dan van die omwentelinq in de DDR?

..Heel mooi dat die mensen nu een horizon hebben, die ze kunnen bewandelen. Daarnaast is het heel triest wat er met Neues Forum is gebeurd, die de omwenteling mede op gang heeft gebracht. Daar wordt nu overheen gewalst; er wordt een Autobahn overheen gelegd. En af en toe steekt er nog een hand uit het asfalt omhoog.
Dat doen de rechtse krachten, die altijd al rechts waren. De partijbons die rechts stond binnen dat communistische systeem blijkt nu CDU te stemmen. Het zijn dezelfde mensen die dezelfde belangen nastreven: macht en bezit. Binnen de gevangenis of erbuiten, voor mij maakt dat geen verschil.

Fantastisch dat die Muur weg is; formidabel. Maar het is geen structurele verandering. Die structurele verandering... daar werk je aan. Je hoopt erop, dat de mens collectief wat beschaafder wordt; werkelijk beschaafd."

Wat zijn jouw idealen?

"Mijn hoogste ideaal is heel eenvoudig: harmonie. Dat je in harmonie kunt werken en leven. In gezondheid, in je relatie met de familie, met vrienden, op je werk. In denk werkelijk dat dat uiteindelijk de enige manier is om mondiale harmonie te bereiken. Het is iets buitengewoon kleinschaligs. Dat je van een gezonde cel een andere kunt maken. Mijn ervaring is dat je vaak terugkrijgt wat je geeft. Dat is met bijna alles zo. Voor mij betekent vrijheid: niet bang zijn. En je bent pas niet bang als je echt in harmonie leeft."

Freek de Jonge heeft over je gezegd: 'Als je . wilt lopen spring je meestal, als je iets wilt zeggen zing je meestal. En het lachen verging je als je wou wezen watje moest zijn: een harlekijn'.

"Wat Freek daar omschrijft is in zekere zin de essentie van ons vak. Het is de paradox waar wij ons van bedienen. Elke grap is een paradox. En, eh... leedvermaak is in zekere zin de sleutel van de humor. Met jezelf als inzet. Je ziel en zaligheid ligt daar op het podium. Daar loop je overheen en daar wordt overheen gelopen. Je lijkt sterker dan je bent, maar je bent diezelfde boer met kiespijn. Op het toneel lijk je twee meter. Als je er van af bent, ben je ineengeschrompeld tot 1,80 meter en op een bepaalde leeftijd grijzend en kaal."

Wat houdt je gaande? Iedere avond optreden, nu al zo'n 25 jaar lang?

"Ik ben muzikant. Dat is één. Voor een niet- muzikant is het heel moeilijk te begrijpen wat daar nou zo fascinerend en boeiend aan is. Het is zoals met veel journalisten en critici: dat zijn over het algemeen mensen die je kimt ver-gelijken met ornithologen, maar die zelf niet kunnen vliegen. En die wel veel over vliegen schrijven. Een muzikant is ook een soort vogel. Die is op zoek naar een evenwicht van klanken; ritme. Die zoekt zuiverheid. Do-re-mi. De halve afstand tussen mi en fa is voor ons een gigantisch groot gebied. Het is of te hoog of te laag. Er zit een wereld tussen. Net als met sport of met golf of whatever. Je probeert de toon te raken in z'n volheid; z'n juistheid. Dat moet in die stilte vallen.

En die hand moet daar zijn, omdat je weet dat daar het licht valt en geen centimeter verder reikt. Je kunt alleen maar iets zeggen als alles er klaar voor is; als je zeker weet dat iedereen het 'hoort'. Dat is onvoorstelbaar spannend en heel erg mooi werk om te doen.

Het is als de metselaar die een muurtje maakt. De steentjes moeten precies goed op mekaar staan. Wijkt er ééntje af, dan zie je dat als het muurtje af is. Dat is vakmanschap en dat houd je op de been. Je probeert iets te zeggen; toeval te organi-seren, terwijl er van alles boven en onder je uitsteekt. Het is een heel zorgvuldige puzzel die je iedere avond opzet en die nooit slaagt. Want elke avond denk je: verdomme, morgen toch eens kijken... dat was niet zo goed, of dat had net beter gekund. Als dingen verkeerd gaan, dan kan het zijn dat de show is gedaan na twintig minuten. Een heel spannende en heel boeiende job."

Herman van Veen lijkt iemand, die lekker over het toneel heen rent, zichzelf uitleeft en z'n agressie kwijtraakt.

"Nee, dat is niet zo. Voor mij is een voorstelling een reis, die begint om acht uur. Ik probeer de mensen mee te nemen langs momenten van onbegrip en begrip zoals ik dat heb ervaren in mijn leven. Het is een wandeling. En soms voert die wandeling langs woede of agressie. Maar vergeet nooit: het is een georganiseerde wandeling; ik ben de reisleider."

Wat is de rol van Jezus in je leven? Na het interview in het christelijke blad 'Manna' vorig jaar werd gezegd: 'Van Veen is bekeerd'.

"Ik ben nooit door Manna geïnterviewd. Het gesprek is samengesteld uit andere interviews of uit een interview in een ander land, in het Nederlands vertaald. Ik heb die mensen een brief geschreven en gezegd dat ik het een buitengewoon aardig interview vond, dat ik nooit gegeven heb. Kennelijk hadden ze zichzelf de vraag gesteld: hoe staat die man tegenover Christus. En dat hadden ze voor zichzelf al beantwoord.
Ze hadden uit een aantal interviews afgeleid dat ik Christus als een metafoor gebruik voor bepaalde 'dingen'. Dat kwam in hun kraam te pas, dus plaatsen ze zo'n verhaal. Met als gevolg dat de volgende dag vrijwel alle ochtendbladen stukjes schreven met citaten uit dat interview wat ik nooit heb gegeven aan die mensen. Dat laat weer eens zien hoe fictief dat allemaal is, hoe vreemd... Ik zeg wel eens: je bestaat niet, je wordt gemaakt, of je nou wilt of niet.

Mijn relatie met het christendom is van dien aard, dat ik een zeer religieuze grootvader had. Ik kom uit een socialistische familie. Mijn vader is benijdenswaardig eerlijk. Formidabel straight. Dat heeft heel erg te maken met het feit dat zijn vader religieus is. Niet dat hij dat is, maar de opvoeding heeft hem gemaakt tot die oprechte man die hij volgens mij is en dat heeft ook een heel grote invloed op mij gehad.

Ik ben niet iemand die de bijbel ooit gelezen heeft, maar niets is mij vreemd in dat boek, omdat mijn grootvader al die verhalen bij het eten voorlas toen ik nog een kind was. Hij was een prediker, die sprak over Christus op markten en in hallen en toestanden. Een imposante persoon.

De Christus-figuur heeft op mij ais kind een enorme indruk gemaakt. Zoals Robin Hood. Erik de Noorman. of noem maar op. Ik vind het een formidabel figuur en een formidabel boek. Maar dat maakt mij niet iemand die iets te maken heeft met kerken. Helemaal niets zelfs. Want een kerk vind ik een buitengewoon somber instituut van macht en duisternis, waar een hoop angst heerst.

Ik zie de Christus als een lichtgevend figuur. Jezus is werelds; formidabel. Van onmenselijke grootheid. De bijbel is een dramaturgisch meesterwerk en een bron van inspiratie voor nogal wat lieden. Het is toch voor onze beschaving de moederkoek van normenbesef. Maar dat maakt mij niet tot een christen...

Je treedt al heel erg lang op in Oost-Duitsland. Er doen verhalen de ronde dat mensen je er voor de val van de Muur - aanklampten, en om hulp smeekten.

"Ik heb in mijn hotelkamer wel eens mensen in de kast gehad. M'n hart stond bijna stil. Deed ik m'n kast open om m'n broek in te hangen, en dan zat daar iemand in die kast. Onmogelijke toestanden. Mensen die om kaarten bedelden, of om hulp vroegen om uit die gevangenis te geraken.
Eerst schrik je; dan ga je met ze praten, iets ondernemen. Als ze het land uit willen ga je een brief schrijven; iets proberen. Soms kreeg je dan met vreselijk veel moeite iets voor mekaar.
Ik kende mensen, ook persoonlijk, die bereid waren tot de dood te gaan. Tot het einde te gaan. Ik wil er altijd weer naar toe, naar de DDR. Ik weet dat ik heel veel beteken voor die mensen." "Provoceren? Ja, natuurlijk, juist. Ik heb er vaak persconferenties gegeven en dingen gezegd waarvan ik wist dat ze toch niet gepubliceerd zouden worden. Maar het ging erom dat ze gezegd werden. Dan kwam ik er weer twee, drie jaar niet in en dan... Dan weer jaren kruip, sluip, kruip, sluip, routes zoeken, en dan kwam je er toch weer binnen."

Ik heb er ongelooflijk mooie avonden mee gemaakt .Massa'sstonden buiten gewoon mee te zingen. Soms hard dat ik mijn eigen stem niet meer kon horen.Onvergetelijke avonden".

Dit najaar ga je weer naar de VS. De vorige keren leverden je shows in New York vernietigende kritieken op. Verwacht je dat de pers deze keer positiever zal zijn?

"Of slechter. Dat is niet de kwestie. Toen en nu is toch volstrekt onvergelijkbaar. Ik bedoel: de eerste keer stond ik op Broadway; de tweede keer in Carnegie Hall. Totaal verschillende werelden, hoewel het maar op een paar honderd meter van elkaar af ligt. Broadway stelt volkomen andere normen dan Carnegie Hall. Carnegie Hall is over het algemeen klassieke muziek, met een andere pers dan op Broadway. Het is in principe het verschil tussen de Efteling en het Concertgebouw.

Je moet je voorstellen: er komt een vent uit Nederland en die doet een show op Broadway; die speelt twee weken, zo goed als uitverkocht tijdens een debuut; 'an sich' een onvoorstelbare gang van zaken. En hij komt met een show in z'n eentje, terwijl op Broadway normaal gesproken god-weet-hoeveel man per show optreden. Die Nederlander, in een gewoon wit t-shirt, speelt dus een 'anti-show' voor dat soort begrippen. Dat heeft grote verwarring veroorzaakt.

Ik kreeg heel verschillende perskritieken. Het publiek zelf vond het formidabel. De voorstellingen behoren tot de meest succesrijke die ik ooit gegeven heb. Er zijn films van... Kun je niet voorstellen. Maar het is business, jongen. Je staat er niet in Winschoten..."

Je bent nu 45. Hoe lang wil je nog doorgaan?

"Tot ik niet meer kan. Dan houdt het op. Als het niet meer gaat, gaat het niet meer." En als je niet meer zou kunnen, wat dan...? "Dan ga ik dood. Dan functioneer ik niet meer. Dan moet ik iets zoeken of vinden dat net zo veelomvattend is als het werk dat ik nu doe. Dan zou ik alleen nog maar in de tuin terechtkunnen. Dat red ik nog wel; dat vind ik mooi werk. Maar zonder zingen zou ik - zoals ik er nü tegen aan kijk - een teneergeslagen bestaan tegemoet gaan. Zingen is mijn leven.
In de infrarood-fotografie blijkt het hele stemgebied blauw te zijn. En dat is mijn favoriete kleur. Begrijp je. Dat vind ik dan weer heel leuk.



Lex van Kooten