NIEUWSBLAD VAN HET NOORDEN
J.J.A.

Nieuw, geweldig entertainment

18 mei 1968

Op wie de beschimmelde kreet "veelbelovend" absoluut niet meer van toepassing mag heten, gewoon omdat hij er helemaal is: HERMAN VAN VEEN. Door een goed bezette Coendersborg is hij gisteravond na zijn eerste optreden in Groningen uitgeluid met een woeste ovatie, Een jonge cabaretier wiens talent gerijpt is en met zoveel technisch vermogen samengaat, dat hij het begrip show tot het zijne gemaakt heeft zonder enige restrictie of concessie.


Wat hij in zijn programma stort, is een mengsel van cabaret en chansonkunst in termen, die laten concluderen, dat er eindelijk weer iemand gekomen is met iets nieuws. Van de erkende eenpersoons-firma's op cabaretgebied vindt men in hem niets terug. Het sterkste in Herman van Veen is, dat hij zichzelf is en in die mate een persoonlijkheid vormt, dat er zonder enige terughoudendheid van welke kant dan ook, die wisselwerking ontstaat, waarbij een sfeer groeit van wervelende spontaniteit.

Hij is de HARLEKIJN uit de titel. Met kronkelige, spitse vondsten bedient hij de koorden, die zijn lichaam verleiden tot een atletisch-buigzame hoekigheid, die op zich al een geweldige act is. Zijrï fysieke souplesse schuift hij door in de wendbaarheid van zijn programma dat vele kanten uit kan en zich feitelijk alleen laat vangen onder het volstrekt universele kenmerk van het entertainment.

Dit is theater: een vent, die zich verliest in eindeloze kolder, met het gemak van de routinier. Daardoor blijft hij op de been. Zijn presentatie is voornamelijk visueel gericht, gecombineerd met een portie muzikaliteit van 'n opmerkelijke allure. Zijn grappen slagen, ook op het moment, dat hij schijnbaar niets onderneemt. Herman van Veen wil amuseren, maar zijn humor is van een ongeforceerd soort, ondanks de merkbare inspanning, die vooraf gaat aan de avondlijke veroveringen, waarmee hij zonder twijfel binnen afzienbare tijd de grote podia zal bestormen.
Zijn bewegingsvormen, zijn wilde manipulaties, hebben de vrijblijvendheid van de gave humor, die op het verrassingseffect is afgestemd. Dingen doen door niets te doen, zoals toestanden fabriceren met een microfoon en schoenveters, typeren Herman van Veen's vakmanschap, waarin zijn jeugd het handelsmerk van vitaliteit is en geen toegevendheid afsmeekt. Met zijn stem presteert hij in de zangnummers iets van hetzelfde niveau en ook in de serieuze teksten pakt hij de zaal, om even later verder te jongleren met klanken, woorden en veel fantasie. Bij hem is de pauze een nummer apart. Als introductie voor de koffie ziet hij kans het publiek drie minuten lang tegen een gesloten voordoek aan te laten applaudisseren. En geen mens neemt het hem kwalijk. .

Een volgende keer zal hij misschien minder lang verwijlen bij zijn muzikale vooropleiding. Hij maakt de indruk veelzijdiger te zijn en ook de conférence aan te kunnen, die hij nu nog mijdt. Waarschijnlijk zal hij dan ook Floortje Klomp niet meer meenemen. Zij zingt lief en aardig, maar hoort niet in dit programma thuis. De muziek betekent zo'n wezenlijk onderdeel van Herman van Veen's HARLEKIJN, dat hier geen sprake is van begeleiding op de geijkte manièr, zo min als men het woord combo bezigen mag. Dit is een orkest, gevormd door musici als Laurens van Rooyen, Gerard Stellaard, Erik van der Wurff, Tonnie Koning en Bert Ducaat, die terecht volledig in het succes mochten delen. Nico Knapper voorzag deze variatie van cabaret-chantant van kundig regie-advies. Als hij in het noorden terugkomt, mag men zich Herman van Veen en de zijnen niet laten ontgaan!



J.J.A.
.