het Binnenhof

HERMAN VAN VEEN:

"Suzanne is als godsgeschenk uit de hemel komen vallen"

17 juni 1969

HET BINNENHOF Den Haag * Als de hoofden bruiner worden, de zakken patat kleiner.de kleren schaarser, de frisdranken lauwer, de fricandellen vetter, de brillen donkerder, de buiken bloter; als het aantal kwallen in het Luxe Bad groter is dan in zee, als de zijkamertjes en de zomervertrekken opeens weer "zimmer" heten, als elke kuil tussen Cadzand en Hoek van Holland weer tot aan de rand gevuld is met het gestolde vet van een blindganger uit het Ruhrgebied, als ouderlingen voorzichtig hun broekspijpen oprollen in de hoop, dat de Heer hen niet ziet, als het bij strandpaal zeventien onophoudelijk liefde op het eerste ontvelde gezicht is, als vaders stug volhouden, dat ze helemaal niet naar die meid keken, als steeds meer referendarissen verdacht bruin van een dienstreis terugkeren, als in het Congresgebouw tijdens een uitvoering van het Zwanenmeer het zand hoorbaar tussen de tenen van de prima ballerina schuurt, ja dan zit het er dik in, dat het weer zomer wordt.
.Te pakt je emmertje en je schopje en je spoedt Je nar de boorden van de Nordzee om de meegebracht eet waren te nuttigen " met Heinrich de "ReineLuft" tot je te nemen. Dit is ook het uitgelezen ogenblik om ZAND, ZEE, ZOMER uit de wintersiaap te wekken, fn de komende maandet zal deze rubriek uw dagelijkse gids zijn in het toeristisch randjebied van onze overvole samenleving. Vamf vandaag dus voor een exclusieve logeplaats met uitzicht op een zee van vrije tijd.



De oogst op deze handwarme juni-avond valt alles mee; driehonderdenvier betalende bezoekers en vijf introducées, die dus bij voorbaat al voldoende redenen hadden om ongeremd te genieten. Weliswaar is de temperatuur in het Paviljoen- theater vóór de pauze reeds opgelopen tot waarden, die alleen geaccepteerd worden door vast sauna bezoekers, maar de gevolgen daarvan blijven toch beperkt tot een gros klamme handen en langzaam uitdijende vochtplekkken op bloementjes japonnen.

Wat Herman van Veen betreft: hij is gewend om zich in het zweet te werken en werpt zijn one-man-show dan ook nu weer met de tomeloze drift van een standwerker over het voetlicht. Om kwart over acht is hij niet de veerkrachtige tred van een geroutineerde rattenvanger het toneel opgekomen en daarna heeft hij schijnbaar moeiteloos zijn avondvullend snoer van liedjes en conferences geregen. Hij heeft viool gespeeld en het ivoor van de zwarte vleugel vakkundig gebeukt, hij heeft gezongen over de ouwe, bruine cafés met hun lage zoldering en over even oude echtparen, die na een leven vol kleine pesterijen tot de troostende ontdekking komen, dat ze ergens toch van elkaar hebben gehouden.

En natuurlijk heeft hij ook gezongen over Suzanne, goeie Suzanne, die niet alleen el zijn gedachten in haar hand houdt maar ook nog de blozende appel voor een geweldige nadorst. Met de vitale zelfverzekerdheid van de geëmancipeerde wouw heeft ze hem geïntroduceerd In het exclusieve reservaat van de Top Tien, waar hij nu alweer negen weken als een verdwaalde eend tussen de swingende popgroepen zijn schijfjes telt. Ruim 30.000 exemplaren van Suzanne zijn er tot nog toe door de fans afgenomen en nog steeds wast de stroom. Het langste applaus is dan ook op deze avond weer voor haar gereserveerd.

GODSGESCHENK

"Suzanne", zegt hij na afloop bii de kleedkamer, "is voor bij als een godsgeschenk uit de hemel komen vallen. Ik had net een paar flinke opdonders gehad door mijn twee televisieshows, die compleet de mist in zeilden. Ik weet. wat je zeggen wilt. Natuurlijk was het mijn eigen schuld, ik had moeten zeggen: "dit kan niet, dit mag niet worden uitgezonden". Ik had trouwens een heel ander programma in mijn kop, maar tijdens de besprekingen viel driekwart van de nummers onder tafel. Het ene kon niet vanwege de poen, het andere was technisch niet te realiseren. Ik heb het allemaal over mijn kant loten gaan, ik moest waarschijnlijk zo nodig met mijn kop op de buis. Fout, akkoord. Je hoeft me niks te vertellen.

Mijn eerste reactie was: ik houd er mee op. Ik zag het domweg niet meer. Ik had met het bloed in mijn handen naar de televisie zitten kijken. Ik schaamde me rot. Er kwamen mensen naar mijn vader, die verontwaardigd riepen: "Maar dat is Herman niet" Die man kreeg op zijn beurt ook nog eens een portie ellende te verwerken.

GROOT LEF

Nou moet ik er bij vertellen, dat ik vanaf het begin bewust risico heb willen lopen. Ik heb gewoon in het openbaar uitgezocht, wat mijn zwakke en sterke kanten zijn. Een ander sluit zich twee jaar in een zolderkamertje op en komt daarna voor de draad met een uitgebalanceerde act, maar dat kan ik niet. Ik moet mensen om me heen hebben, ik moet het theater ruiken, voordat ik los kan branden. Daarmee loop je het levensgrote gevaar, dat je voortdurend voor joker staat.
Die televisie is daar een gaaf voorbeeld van. Ik dacht werkelijk: "dat varkentje wassen we wel even", maar in de praktijk palate het iets anders uit. Hetzelfde is gebeurd met die film, waar ik opeens de hoofdrol in speelde. Op een gegeven moment denk je, dat je alles kunt. Je springt met groot lef voor de camera, je maakt opnamen in Venetië en in Engeland en als je dan achteraf de resultaten ziet, dan schrik je je rot. Man, ik ben er gewoon ingestonken. Wist ik veel van film. Technisch zit ie perfect in elkaar, maar het vertaal lijkt op niks. Kop noch staart, weet je wel. De enige (hoop, die ik nu nog heb, is, dat hij niet eens de Nederlandse bioscopen haalt. Het zou me echt tegenvallen van de inkopers, als ze dat prul pikken. Ik moet er niet aan denken, wat er gebeurt, als hij wel in roulatie wordt gebracht, Nou komt het vreemde. Je denkt zelf: "Die televisie Is een doodklap geweest", maar in werkelijkheid hebben die paar uitzendingen voor nieuw publiek gezorgd. Vijftig procent van de mensen, die nu in het theater naar me komen kijken, had tot vorig jaar nog nooit van Herman van Veen gehoord. In zoverre ben ik er dus geen buil aan gevallen.

ZOEF

Na die misluktetelevisieshows heb ik me als een bezetene op het theater gegooid. Je mag rustig weten, ik heb me de kleren gewerkt ik wilde zo vlug mogelijk gelijk die laffe smaak uit mijn bek spoelen. Ik voelde me net een uitgeknepen spons, die weer ;n het water wordt gegooid. Opeens veerde ik weer op. woep zei ie. Ik kocht platen, ik begon te schrijven. Korte lied;es, zoef. Ik zag weer helemaal zitten. Op een gegeven moment, hoorde ik een liedje van de Sand Pipers. Een krankzinnig fijne melodie, dat merk je gelijk. Het snijdt dwars door je hart. Ik denk "hap, dat is het". Het ging over een geweldige vrouw, die even een stukje met je oploopt en dan weer uit je leven verdwijnt. Iedere vent maakt zo'n situatie wel eens mee. Je denkt: "dat is het helemaal, daar zou ik mee verder willen leven", maar tussen droom en daad staan altijd bergen bezwaren. Op het moment dat je er aan begint, weet je al, dat het einde in zicht is.

Crispijn heeft gelijk een vertaling gemaakt en binnen twee weken was die plaat op de markt. Crispijn is een geweldige vogel, die stuurde me op een gegeven moment wat teksten, waar ik niks mee kon doen, maar je merkte wel, dat hij het helemaal had. Die tekst van Suzanne heeft hij subliem gemaakt. Dat is een compleet gedicht. Toch heeft die plaat de eerste weken bijna niks gedaan. Vierhonderd exemplaren met allebei je handjes. Toen vroeg Mies Bouwman, of ik wat wilde doen In die televisieshow voor d e Monseigneur Bekkers- stichting. Dat heeft de grote knauw gegeven. Vanaf dat moment ging het met honderden tegelijk.

OUWE KNAR

Ik zing Suzanne ook in het theater en elke keer opnieuw is het voor mij een enorme opgave. Ik geloof, dat ik gewoon een slechte vakman ben, ik kruip te veel in mijn onderwerpen. Als ik dat liedje van Brell zing, over die ouwe man en die ouwe vrouw, die aarzelend bekennen, dat ze elkaar nog zo nodig hebben, dan ben ik een knar van tachtig. Een uiterst vermoeiende zaak, neem dat maar van mij aan. Juist die stille, ingehouden liedjes bezorgen me in de show de moeilijkste momenten. Ze moeten volkomen in balans zijn, je kunt geen komma te veel brengen, want dan wordt het gelijk vals.

Vind je het overigens geen geweldige zaak, dat een uitgesproken fijn liedje als Suzanne negen weken achter elkaar op de top tien kan staan? Dat is voor mij een openbaring. Ik merk het ook in de zaal: de mensen, die me maar half kennen verwachten een uitgelaten jongen, die de nar uithangfc. En dan ineens zing je met een geknepen lichtje "is dit een grap of om te huilen". Van dat soort contrasten houd ik. Je moet je publiek voortdurend in het ongewisse laten over je indentiteit. Je smijt ze van links naar rechts, je springt van de hak op de bak. Als ze dat nou maar van me pikken, dan voel Ik me happy. Ik wil als het effe kan een ongrijpbare figuur blijven. Je merkt het ook weer, als je mijn tweede langspeelplaat draait. Daar zitten gave stampers op, maar ook liedjes, die Suzanne royaal overtreffen. We hebben er meer dan een half jaar aan gewerkt en toen ie klaar was, héb ik de band mee naar huis genomen om hem op mijn dooie gemak bij te schaven. We hadden de keuze uit 50 chansons en uiteindelijk zijn er 12 overgebleven.

LIGGENDE AKKOORDEN

Ik geloof, dat het een geweldige plaat is geworden. Moet je je voorstellen: de muziek wordt gespeeld door twee strijkkwartetten van het Belgisch Symfonieorkest. Op een gegeven moment zaten er vier concertmeesters te fiedelen. Dat is voor een artiest meesterlijk werken. Er hebben ook vijf arrangeurs aan die plaat meegewerkt, onder wie Jack Say, die een meester is in de liggende accoorden. Die man legt ze zo mooi neer, dat je spontaan de tranen in je ogen krijgt. Die plaat beschouw ik als de logische afsluiting van mijn eerste periode. Ik heb nu twee jaar geëxperimenteerd en ben met schade en schande wijs geworden. Ik weet nu bij voorbeeld, dat ik voorlopig van de televisie af moet blijven. Misschien één uitzending van mijn show, dat kan nog net.
Daarnaast werk ik heel rustig door aan mijn carrière in het buitenland. Het. klinkt misschien wat voorbarig, maar ik zie het toch wel helemaal voor me. Misschien ga ik straks in Amerika compleet de mist in, maar ik ga er naar toe. Is het niet vandaag, dan is het morgen. Ik moet gewoon één keer op een Amerikaanse plank hebben gestaan. Het is net als bij Ajax. Het was allemaal niet nodig, dat ze in Madrid wonnen, het was al mooi genoeg, dat ze in de finale zaten.

EFTELING

Dat betekent niet, dat ik de rest van mijn leven in Amerika wil slijten. God bewaar me. dat is het laatste, wat ik ambieer. Ik ben er net geweest, ik wilde wat sfeer opsnuiven, maar na tien dagen ben ik gewoon gevlucht. Ik beken het eerlijk: ik ben me rot geschrokken, ik ben compleet overdonderd.
Ik kan er ook weinig over vertellen. Goed, ik heb Broadway gezien, ik vond het een uit zijn krachten gegroeide Ef- teling. En overal stoot je op diezelfde keiharde mentaliteit. In elk restaurant wordt het eten op je bord gesmeten. Boem. De aardappelen, boem, de groenten. Voordat je weet, sta je alweer bij de kassa.
Ik heb me in Amerika wezenloos gezocht naar een beetje romantiek, een handjevol sentiment. Daar heb je als Europeaan op een gegeven moment dringende behoefte aan. Maar het lijkt, alsof ze het hart consequent uit hun samenleving hebben gesneden. Het enige menselijke moment, dat ik heb beleefd was in Central Park, waar een arme vogel op één been stond te bedelen. Die man nam tenminste nog de moeite om naar de hemel te kijken. Ik dacht: "Herman, dit is geen klimaat voor jou. Je moet zo gauw mogelijk pleite".

LIEF LAND

En dan dat terugkomen, man, dat is een feest. Dan besef je pas, dat Nederland een ongelooflijk lief land is. Ik merkte het al meteen op Schiphol. Ik keek naar de startbaan en zag, hoe fris die er bij lag.

Ik voelde me gelijk weer thuis".