Het Vrije Volk
Gert Fokkens
Niek Vechtmann

Herman van Veen

11 okt 1971

Herman van Veen klimt op het podium in de grote zaal van de Doelen.De vijf jongens van zijn orkestjestaan al klaar. Drummer Dick Heinen heeft een sjekkie tussen zijn lippen hangen. Bassist Erik van de Wurff staat voor het Gewestelijk Orkest. Herman van Veen haalt uit ... "P1UK de dag"- Een re petitiemiddag van Harlekijn Holland. Deze avond bespeelt Herman voor het eerst de grote zaal van de Doelen.


Op een balustrade een paar bemorste kopjes. Ek bewegen een paar man in het halfdonker van de raal. Vanaf het podium lijken de bovenste balkons glimmende lijkkisten. Door een zijingang komen drie mensen binnen in blauw verschoten overalls, twee man en een vrouw, donker getint, bezems in de hand. Achterin beginnen zij de pa- piertroep van een vorige voorstelling bijeen te vegen, Herman van Veen vertelt de leden van het Gewestelijk Orkest hoe hij de pauze wil inluiden. De concertmeester draait een sjekkie. Nonchalant "la, la, la' zingend repeteert Herman een paar bekende nummers met z'n eigen groep. 'Hoe is het geluid? Hee meneer van het geluid daarboven denk je dat het zo te volgen is? Ja?' Er wordt hoog achterin de zaal achter de ruiten gezwaaid. Herman van Veen springt het podium weer af.

Toeval

'Je moet ook wat aan het toeval overlaten. Dit programma heet 'Dit kan er gebeuren'. We hebben een heleboel nummers en improviseren daar een beetje mee. In het theater spreken we meestal alleen het begin af en dan zien we wel verder.' Gitarist (bassist), organist) Jan van de Voort heeft hoofdpijn en krijgt asperine. De jongens van het licht en het geluid (ook van Harlekijn Holland) komen even praten.

Herman: "We willen de zaak in eigen hand houden, zie je, om niet gefrustreerd te raken door allerlei percentage makende buitenstaanders.' De orkestleden gaan , weer klaar zitten. De nummers na de pauze worden gerepeteerd. De effecten moeten een paar keer over. Herman loopt bonkig over het toneel. De piano volgt hem met zware tonen. Een hand schiet uit: Boem (de trom).
Het orkest begint zoetig te strijken. Herman van Veen zeult met en grote trom over het toneel. Met gekras, gepiep, gebonk worden de schone melodieên van het Gewestelijk Orkest vernield. Even later zingt hij geconcentreerd het bekende "Cirkels'. In zijn nasale stem lijkt een verwaarloosd verkoudheidje door te klinken. Het orkest volgt behoedzaam. En mag dan naar huis. Het is even voor vieren.

Herman: "We hebben al wel zo'n keer of tien met een symfonieorkest gespeeld. De directeur van het Ofewestelijk Orkest hoorde dat en vroeg of we niet eens wat samen konden doen. Dat is nou al een paar maal gebeurd. Eigenlijk moet ik nog even wat doornemen.'
Heel vlug wordt een trits bekende nummers aan elkaar geregen. Het geluid is goed, alleen de elektrische viool van Herman klinkt wat te hard. Het licht is goed en Herman zegt: "OK. Eten en tandjes poetsen. Vaders is moe.'

's Avonds is de zaal bijna helemaal vol. Alleen in de hogere regionen zijn een paar open plekken. De plaatsen op de achterbalkons zijn onverkocht gelaten omdat Herman , daar vandaan niet goed te zien is. .De harlekijn danst elastisch over de planken, schokt spastisch in een witte lichtbundel. Hij zingt heel gevoelig, intiem. "Ik hou van jou fluistert hij voor zich heen en brult het plotseling uit.

Er tussendoor klinkt het Brandenburgs Concert, gespeeld door het Gewestelijk Orkest. Een paar onzuivere strijkagës, maar dat mag de pret o niet drukken. Herman kruipt over de stoelen de zaal in op zoek naar een pingpongballetje.

Het valt nu echt op dat het jeugdig vrouwvolk overheerst. Een giechel in de hogere registers houdt de hele avond aan. In de pauze komt trainer Ernst Happel met Theo Lazeroms en Eddie Treytel naar de solisten-kleedkamer.

Te pletter

Herman van Veen heeft de hele Feijenoordploeg uitgenodigd deze voorstelling bij te wonen. Hij vraagt bezorgd of het overal goed te horen is. Theo Lazeroms heeft zijn vioolspel niet helemaal goed kunnen volgen. Na een babbeltje laten ze Herman alleen.

In de kleedkamer ernaast moppert slagwerker Dick Heinen dat de sirene die hij vlak voor de voorstelling op het podium legde gestolen is. Jan van de Voort komt met een gitaar aandragen. De hals is gebroken. Herman stuikelde over een draad en de gitaar viel te pletter. Pianist Laurens van Rooyen: 'De zaal is wel erg groot, hé. Zou het wel goed overkomen? Een dozijn giechelende meisjes staat voor de deur. 'Kom op.' 'Waar zit-ie? "Ik durf niet.' Laurens van Rooyen wijst op de volgende deur. Ze kloppen aan. Hermans stem: 'Nee, dames, nee, nee, nee, nee, nee. Na afloop misschien effe.' De deur gaat weer dicht en de meisjes worden afgevoerd.

Als het publiek na de pauze de zaal binnendruppelt staat Herman van Veen met zijn jongens swingend zigeunerachtige muziek te strijken. Hij fiedelt er lustig op las. kruipt op en in de piano, tokkelt op een (ongestemde) gitaar en slaat zich te pletter op het drumstel. Dan is het al elf uur geweest. Enkele oudere bezoekers (is pop-muziek te hard?) verlaten ze zaal. Herman: U mag best weggaan, maar wij gaan gewoon door. In de pauze vroeg een meisje of ik voor haar Suzanne wou gaan zingen. De anderen mogen alvast weg!!!' En hij gaat maar door. Aarzelend verlaten wat mensen de zaal. 16 het nu afgelopen of niet?

Herman: *Wij gaan net zo lang door u allemaal weg bent.' Om half twaalf telefoneert een toneelknecht van achter het podium. 'Hallo Bep. Het ziet ernaar uit dat het nu afloopt. Mocht het niet zo zijn, dan kom ik toch.' Het is niet zo. De overgebleven bezoekers kruipen voor in de zaal. Bij twaalven moet Herman er echt mee ophouden. 'Ik ga nu weg, anders mag ik er vrijdag niet meer in.'

Uitgeput

De weg naar de kleedkamer is versperd door een man in het antraciet-grijs. 'Laat meneer Van Veen nou met rust. Hij is moe en ligt uitgeput op bed.' Maar dat is niet waar. In de kleedkamer zit hij ontspannen op de bank met Paul van Vliet en Liselore Gerritsen de avond door te nemen. Acteur Hans Kemna zit naast hem. Ze hebben het over de enorme ruimte van de Doelen. Herman: 'lk was eigenlijk al moe toen ik een keer naar achteren gelopen was.'

Ze praten over nieuwe liedjes. Herman vraagt om een gitaar, Jan van de Voort pakt er een, Erik van de Wurff ook. Aarzelend proberen Herman en Liselore nieuwe liedjes uit en daar klinkt 'Het is niet te grijpen, hoe alles gaat'.



Gert Fokkens
Niek Vechtmann