Leidse Courant

Herman van Veen droomt een eind weg op zijn kussen



1 juni 1982
Tussen de bedrijven van een Duitse tournee door zag Herman van Veen met zijn groep getrouwen kans vier tv-programma's op de band te krijgen. Vier verhalen opgebouwd rond dagdromen, hersenspinsels over hoe de wereld er volgens Herman uit zou moeten zien. Het enige raakpunt met de werkelijkheid lijkt hierin welhaast zijn vlucht hieruit te zijn. Hij laat dat benauwend gedoe opzichtig achter zich, een persoonlijke levensinstelling, waarmee Herman in de loop der tijden heel wat voetvolk achter zich aan gekregen heeft. KRO-tv heeft alle vier programma's gereed liggen en zendt deze het .komende seizoen nog uit.


Zijn theaterleven lang zocht Herman van Veen meer achter de dingen dan zijn publiek er oppervlakkig in vermoeden kon. Hij pleegt diep in zijn dagdromen te duiken en brengt dan aanzienlijk meer boven water dan de gemiddelde burger, zelfs bewonderaar van Herman. Dit gaat nu ook weer gebeuren in deze tv-shows.
Hij haalde daarvoor artiesten naar zich toe, met wie hij weet zijn dromen te kunnen realiseren, zoals daar zijn Ramses Shaffy en Anne-Wil Blankers, de eerste om zijn ongeremde improviseerlust, de tweede om haar theatraal talent. Hij heeft er bovendien de Ierse acteur Cyril Cusack bijgehaald, zomede het Italiaanse clownsduo ,,I Colombaioni". Speciaal ten behoeve van de kijkers heeft hij bovendien het Harlekijn Danstheater versierd, dat we eerder al zagen in zijn laatste theatershow, avonturen onder de zeewaterspiegel met dansende dolfijnen en hippe haringen.

Onder de verzameltitel "Kussen" zal hij zijn dromen uitstallen. Hij zakt daarvoor diep weg in het groot formaat kussen, dat hij bij de studio heeft laten bezorgen. Hierop languit gelegen vloeien de dromen hem aan, dromen over ,,Oudertrots", maar ook in die half bewuste aanwezigheid bij een „Narcose" ten behoeve van een medische ingreep. Onder de titels „Princip" en ,,Scarabee" grijpt hij weer twee andere onderwerpen aan om zijn voortdurend wegzwevende gedachten beeldend vorm te geven.


DWAALWEGEN


Van zijn shows destijds voor de Duitse tv heeft Herman geleerd hoe gemakkelijk het is van de ene situatie over te stappen in de andere geestvervoering. Altijd genoeg bereidwillig bekijks om hem te volgen, zelfs als hij over dwaalwegen wandelt. Zo vertoeft hij in de huiskamer, zo door een opgeschoven raam in een zandvlakte daarbuiten. Die simpele verschuivingen van situaties worden ook nu weer zonder tal over het scherm gevoerd.
De huiskamer en de wereld daarbuiten haalt hij op de buis zelfs door elkaar, bijv. in de persoon van een rustige tv-kijker, die van de kaart raakt door wat hij via het beeldscherm in de buitenwereld plaats ziet hebben. Bijvoorbeeld de ellende met de discriminatie met andersgekleurden en andersdenkenden en -doenden. In een van zijn tv-afleveringen raakt hij zozeer begaan met het lot van deze mensen, dat zijn vrouw het niet langer met hem ziet zitten en op zoek gaat naar wat meer gezelligheid. Zo leidt bekommerd-zijn om wereldleed tot droefenis in de eigen relatie, aan het herstel waarvan weer het nodige moet worden gedaan, maar dan vergeet je de onvolmaakte wereld weer waar je toch ook bij betrokken wil wezen.
Voor wie beseft wat er in de wereld aan ellende gaande is een bijna dagelijks ervaren. Zo kan en raakt hij met zijn kussen alle kanten uit. Elektronisch gezien vormt het voor hem en zijn show een kleinigheid om dat droombed plotsklaps te laten veranderen in het weelderige water van een luxe bad, waarin het wemelt van mensen die naar hem omhoog komen. Voor hetzelfde geld of een kleinigheid meer zet dat kussen zich om in een glad plaveisel. waarover een blise slee de studio binnen komt rijden, een wieg van een wagen op wiebelende wielen, waarin je direct na het starten al dromend wegzakt. Hij laat zich bij dit alles begeleiden door de muziek van zijn vaste man Erik v.d. Wurff, maar hij doet evenzeer graag een greep bij Paul McCartney, zoals hij voor de teksten naast Willem Wilmink en Rob Chrispijn ook Neil Sedaka inschakelt, als een bepaalde melodie hem goed van pas komt. Herman van Veen heeft met zijn avonturen nogal eens voor kinderen gewerkt. Ditmaal mikt hij meer op grote mensen. Reden waarom KRO-tv vier keer een half uur van Veen-show wat later op de avond uit zal zenden.

Plannen genoeg voorts bij Herman van Veen. maar hij werkt er ook aan die te realiseren, Komende augustus nog staat hij weer met een nieuwe show in het Amsterdamse Carré, die al spoedig daarop verhuist naar Antwerpen. Hij zal echter lang genoeg in Carré staan om daar zijn in totaal 200e voorstelling te kunnen geven. Een datum die hij niet ongemerkt voorbij wil laten gaan. Zijn eerste optreden in Carré tien jaar geleden bleef voor hem onvergetelijk. In die show toen kwam hij bij het begin voor de verandering vanachter uit de zaal op. Op het moment, dat de voorstelling begon en Herman zich buiten de zaal om naar de toegangsdeuren begaf, trof hij daar een suppoost, die hem niet binnen wilde laten. Hij had opdracht te laat gekomen publiek geen toegang tot de zaal te verlenen. „Maar ik ben Herman van Veen", had Herman uitgeroepen. En de suppoost: ..Ja, dat kan iedereen wel zeggen". Die voorstelling begon toen een paar minuten later om eerst het misverstand uit de wereld te helpen. Dat een artiest zoiets kan overkomen in de kleinkunsttempel van directeur/theaterrot Guus Oster.

Feest gaan van Veen en zijn ploeg ook een beetje vieren in Duitsland. Daar ligt voor hem gereed de onderscheiding „Das goldene Konzertticket", dat wordt verleend aan de artiest, die tijdens zijn tournee meer dan 100.000 bezoekers trekt. Herman staat daarin op gelijke, eenzame hoogte met Harry Belafonte. Herman van Veen kwam tijdens zijn Duitse toer ook voor het eerst in Oost-Berlijn, waar het volk de theaterdeuren plat liep. In Duitsland sleepte Herman ook nog de „Schallplattenpreis" in de wacht.

Dagdromen lijkt een weinig lucratieve zaak, maar als je die goed verpakt in de zaal, op plaat en tv zetten ze wel zoden aan de dijk.