Nieuwe Winterswijkse Courant

Knappe kunst Herman van Veen



1 juni 1981
Zaterdagavond bracht Herman van Veen in het Cultureel Centrum zijn vierde programma van dit seizoen op de planken in het gezelschap van de bekende gitarist Harry Sacksioni en met Erik van der Wurff op de toetsen van piano en synthesizer. Een titel had het programma niet Het was een aaneenschakeling van liedjes, conférences en instrumentale onderdelen, waaronder enkele oude nummers.


Slechts enkele maanden presenteert hij dit programma om in het volgend seizoen met iets geheel nieuws te komen en dan zonder Harry Sacksioni, die een geheel eigen programma gaat brengen. Wat Van Veen zaterdagavond bracht had verschillende ijzersterke hoogtepunten. Herman is in feite een uniek artiest, die met geen andere "kleinkunstenaar" ook maar iets gemeen heeft. Hij was beslist geen felle maatschappijkritikus, maar hij liet wel duidelijk doorschemeren, wat er naar zijn mening in onze maatschappij niet klopte. Daartoe gebruikte hij allerlei theatereiïecten, waarmee hij op zeer indringende wijze bereikte, dat wat hij te zeggen had, met de grootste duidelijkheid bij het grotendeels jeugdige publiek over kwam. Opvallend was daarbij zijn perfecte stembeheersing en zijn meesterlijke mime, soms zelfs pantomime, waarbij het in de zaal ademloos stil was.

Qua timing zat het geheel erg goed in elkaar. Met zijn beide begeleiders vormde hij een hecht trio, die op een haar nauwkeurig wisten, wat de ander ging doen. Herman van Veen ging er niet voor door de knieën, om enkele keiharde opmerkingen te maken, die misschien niet iedereen hem in dank zal hebben afgenomen, maar die wel echt menselijke gevoelens weerspiegelden.
Liefde, angst, boosheid, verdriet, uitgelatenheid en vreugde kwamen in soms wat bonte volgorde aan de orde, maar met haast magisch kunstenaarschap werden deze elementen tot grote harmonie samenge voegd.

Voor de pauze ging dat intussen ook wel eens met wat goedkope knaleffecten gepaard en het grapje, dat de artiest van het podium komt en zich onder het publiek mengt, deed het nu natuurlijk ook wel weer. Vooral, toen Herman een dame haar handtas ontfutselde. Erg knap waren zijn dialogen met God de Vader, onder andere in het nummer Van de wolken en meesterlijk daarna, zijn akrobatiek in het nummer Gaas. Knap ook was het instrumentaal intermezzo Curacao-thema voor de pauze en na de pauze liep het publiek enorm warm voor de gitaar-solo van Harry Sacksioni.

| Het was een avond van het allerhoogste niveau, met name om de wijze, waarop Herman van Veen het zich kon permitteren om nu eens ruw, grof en hard te zijn en dan weer sentimenteel en fragiel, elementen die hij met subtiel meesterschap tot een magistraal geheel samensmeedde.