Intermediair
VLADIMIR BINA

Betwetertjes

1 mei 1992

Er zijn op deze wereld maar weinig welvarende landen waarin kinderen zo intensief worden betrokken bij de grote problemen van ons tijdsgewricht als juist Nederland. Het begint al in de laagste klassen van de basisschool. Honderdduizenden kleuters houden zich bezig met vraagstukken als milieuvervuiling, energiebesparing of armoede in de Derde Wereld. In plaats van bloemetjes en lammetjes tekenen zij vervuilde wereldzeeën en verzuurde bossen. Waarschijnlijk om ook aan de allerkleinsten duidelijk te maken dat het geen kinderspel, maar bittere ernst is, wordt dit soort activiteiten doorgaans 'projecten' genoemd. Daarnaast worden alle kinderen, onder meer met behulp van schooltelevisie, wekelijks op de hoogte gehouden van bijna alles wat met de wereld mis is.


De confrontatie met het wereldleed is geenszins beperkt tot het onderwijs. Ook kinderboeken, tekenfilms of kindervoorstellingen vormen een getrouwe afspiegeling van de naar het oordeel van de volwassenen meest relevante maatschappelijke problemen. Een nauwelijks te evenaren voorbeeld van deze trend is de tekenfilmserie Alfrcd J. Kwak, die door Herman van Veen is geschreven. De avonturen van deze vroegwijze woerd bestaan hoofdzakelijk uit een aaneenschakeling van rampspoed en ellende. Zo houdt de heldhaftige Kwak zich bezig met het afwenden van milieurampen, het bestrijden van apartheid en rassendiscriminatie en het ontmaskeren van doping in de sport. Het zou mij niet verbazen als een van de volgende verhalen Een sterke preoccupatie met de morele aspecten van zo'n probleem is kenmerkend voor kinderlijke filippica's. Ingewikkelde vraagstukken worden herleid tot een welhaast metafysische strijd tussen goed en kwaad! Hierdoor krijgen ze ook een sterke emotionele lading.

Zo oefenen de beelden van bloeddorstige jagers die hulpeloze dieren achterna zitten of de opnamen van stoutmoedige natuurvrienden die gezeten in rubberen bootjes walvisvaarders hinderen, een grote invloed uit op de manier waarop kinderen de problematiek van natuurbescherming benaderen. De sterke emotionele betrokkenheid van kinderen maakt het voor hun ouders moeilijk over deze kwestie meer genuanceerde opvattingen te verkondigen. Probeer maar eens aan uw kinderen uit te leggen dat het voortbestaan van menige Eskimo afhankelijk is van het vlees en de vacht van de zeehonden, en dat het daarom misschien niet helemaal verstandig is om de jacht op deze schattige dieren geheel te verbieden. Aangezien de existentiële problemen van de Eskimo's toch niet de uwe zijn, is het veel gemakkelijker om het standpunt van uw kinderen over te nemen. Dat een actiegroep als Greenpeace zo populair is geworden dat ze bijna boven elke kritiek is verheven, is niet in de laatste plaats aan zo'n consensus te danken.

Een dergelijke overeenstemming is niet beperkt tot het terrein van natuurbescherming, maar strekt zich uit tot andere gebieden. Meestal wordt socialisering van kinderen als eenrichtingsverkeer beschouwd. Zij moeten zich de waarden, de normen en de gedragspatronen van de volwassenen eigen maken.

Naast deze cultuuroverdracht ver vult onderwijs en buitenschoolse vorming in Nederland echter nog een andere, meer subtiele functie. Nederlandse kinderen oefenen, uiteraard zonder dat zij zich daarvan bewust zijn, sociale controle uit over de maatschappelijke opvattingen van hun ouders. De eigen mening die kinderen, vaak zeer geëmotioneerd, te berde brengen, wijkt immers meestal geen duimbreed af van sociaal wenselijke opvattingen. De meeste ouders zullen zich, al was het maar uit gemakzucht, aan deze opvattingen conformeren. Hoe oppervlakkig dit conformisme ook zijn mag, het vormt toch een grondslag van de verdraagzame Nederlandse samenleving. Het heuglijke feit dat racistische bewegingen in Nederland, anders dan in de ons omliggende landen, geen poot aan de grond hebben gekregen, is mede daaraan te danken. Wie met rassenvooroordeel behept is, wordt in dit land niet alleen geconfronteerd met de afkeer van andere volwassenen, maar krijgt ook van zijn eigen kinderen de wind van voren. trend is de tekenfilmserie Alfred J. Kwak, die door Herman van Veen is geschreven. De avonturen van deze vroegwijze woerd bestaan hoofdzakelijk uit een aaneenschakeling van rampspoed en ellende. Zo houdt de heldhaftige Kwak zich bezig met het afwenden van milieurampen, het bestrijden van apartheid en rassendiscriminatie en het ontmaskeren van doping in de sport. Het zou mij niet verbazen als één van de volgende verhalen over aids of euthanasie zou gaan.

In moreel opzicht lijkt de serie sterk op een middeleeuws zinnespel: Alfred en zijn vrienden zijn de verpersoonlijking van deugdzaamheid; hun tegenstanders tot op het bot verdorven.
Al van jongs af aan worden kinderen aangemoedigd over allerlei actuele vraagstukken een standpunt in te nemen. Daarom is het ook geen wonder dat Nederlandse kinderen nogal eens een betweterige indruk maken. Jonge kinderen die hartstochtelijk en luidkeels een of ander kwaad bestrijden, zijn al lang een vertrouwd beeld geworden op de vaderlandse televisie. Bijna alles kan als een mikpunt dienen: de kernwapens die onmiddellijk de * * wereld uit moeten, of de paus die terstond alle kerkelijke eigendommen onder de armen moet verdelen.



VLADIMIR BINA