Eindhovens Dagblad
Maarten van de Rakt

Herman van Veen. een tedere anarchist

'Elke grasspriet heeft hier een mening'

1 apr 1995

Als Utrechts jochie ravotte hij in de Kievitdwarsstraat. Later vergaapte hij zich bij de Stadsschouwburg aan de affiches van Ko van Dijk en Wim Kan. Op zijn 23e zong hij al 'Waar blijft de tijd' met de klassiek geworden vraag: 'Is dit een grap of om te huilen?'. Met knikkende knieën liep hij het podium op van Camegie Hall in New York. Parijs, Berlijn, Londen kennen voor Herman van Veen geen geheimen meer. Dinsdag vertelt hij zijn levensverhaal in de NCRV-documentaire 'Herman van Veen, Vijftig Jaar Onderweg'.


De titel zegt het al. Vijftig worden is niet echt een mijlpaal, zeker niet voor Herman van Veen, die amper stilstand duldt in zijn bestaan. In een documentaire had hij eigenlijk ook niet bar veel trek.
"Het wordt zo gewichtig ineens."
Maar Van Veen zou Van Veen niet zijn, als hij er niet iets positiefs uit zou destilleren. "Het is ook een cadeau als anderen zich zo over je uiten", wijst hij na de persvertoning op de lovende woorden van onder anderen Toon Hermans, Shirley MacLaine, Monique van de Ven en prinses Irene. Vijftig jaar worden, hij haalt zijn schouders op, stukje cake nuttigend, kopje koffie in de hand. "Je hebt gewoon vijftig jaar achter de kiezen. Dan zeg ie 'mmm', niet meer dan dat."

En hij verhaalt over zijn 77-jarige vader, die op het verjaardagsfeest een rol papier begon voor te lezen. "Daar moest ik vijftig voor worden, om dat te horen. Mijn dochter van twaalf zal dat niet meemaken met haar vader. Dat stemt tot nadenken. Maar weemoedig, nee, die karaktertrek heb ik niet." "Het terugblikken heeft me enorm verward", verwoordt hij zijn ervaringen desgevraagd. "Als je optreedt, heb je niet altijd de indruk dat je duidelijk bent in wat je doet. Alles is autobiografisch, nooit iets bedacht. Ik wist niet dat mijn liedjes zo helder en raak waren. Terugkijken grijpt je aan."

Kretologie

Van Veen - "Die man met zijn viool in de tijd van The Who en Frank Zappa" - heeft altijd iets tegendraads gehad. Hobbelde nooit met de meute mee. "Eigenlijk ben je altijd een anarchist. Alleen die naam heb je niet. Welke naam wel? Ik ben natuurlijk een telg van het Nederlandse cabaret. Dat is opgedeeld in links en rechts. Maar daar heb ik nooit iets mee te maken. In een hokje ben ik niet onder te brengen. Ik ben pessimistisch-realist, niet alleen een dichter. Wat ik zing, wil ik ook waarmaken. Niet alleen maar wat roepen. Voor kretologie heb ik altijd gewaakt. Dat is een zware taak, hoor. Het moet blijven kloppen." "Het is vaak een eenzame strijd. We hebben drie deeltjes van Alfred Jodocus Kwak besteed aan apartheid en democratisering. Dan lees je kritieken over die moraliserende Kwak. Tsja. Van de opbrengst van Kwak hebben we wel tonnentrrrer in ontwikkelingsprojecter gestoken. Dat vind ik prachtig Het heeft ook iets ambivalents. De oppervlakkige waarneming door anderen van wat ik doe en de werkelijkheid. Neem die Vara-avond met Nelson Mandela. Voor hem heb ik getrommeld, uit respect. Daar kreeg ik ook commentaar op. Maar Mandela wist het te waarderen. 'Er zin niet veel witte mensen d:e voor mij hebben getrommeld', zei hij na afloop."

Ommetje

De laatste vijf jaar heeft Herman van Veen niet in eigen land gespeeld. "Nederland heb ik niet bewust gemeden. Er gebeuren zoveel dingen elders, waar ik mijn steentje aan moe: bijdragen. Een actie voor het behoud van het oude Olympia in Parijs bijvoorbeeld. Da: maakt dat ik kies voor he: Olympia en niet naar Hengelo kan, om eens wat te noemen En nu ben ik net even terug uit Berlijn."

"Mijn toemees hebben een vast patroon, een cyclus van drie jaar. België, Duitsland, Amerika, Frankrijk, Nederland. Eén keer heb ik ons land overgeslagen. Maar we komen er weer aan. In het najaar beginnen we."

Of dat verband houdt met een mogelijk grotere populariteit in den vreemde, dat spreekt Van Veen tegen. "Die is hier echt niet minder." De kunstenaar somt de voordelen op van een vreemde taal. "In het buitenland ben ik minder belast. In een vreemde taal heb je tenslotte je beperkingen. Je bent gedwongen om niet te babbelen. Je kunt in het Frans niet spontaan zeggen: ga je mee een ommetje maken?"

"Aan de andere kant moet je je voortdurend realiseren wat alles betekent. Bij 'bruin' denken ze in Zwitserland aan chocola, maar in Beieren aan heel iets anders. Bij een première in Amerika kwam ik op in het wit, helemaal in het wit, zoals altijd.

This is about a house painter, zei een man op de eerste rij. Daar sta je dan."
"Ik ben een reiziger", ken schetst Van Veen zichzelf in een notedop. "Het is altijd fascinerend om in een vreemde stad met een verhaal te komen. Je vertelt het en gaat verder met de ervaringen die je daar opdoet. Je hebt ook kilometers nodig, je kunt niet zomaar naar de VS gaan en in Philadelphia beginnen. Het is geen kwestie van land veroveren."

Over zijn succes in Duitsland zegt Van Veen: "Ik ben gast in Duitsland. Ik pas me aan door het Duits te leren. Dat vind men ontzettend beleefd. Ik durf me te uiten over wat ik zie en lees, maar doe dat met respect voor de werkelijkheid. Een tedere anarchist ben ik genoemd. Dat is een hele mooie omschrijving voor wat ik doe. Ik geef vorm aan mijn persoonlijke gevoel of mening. Mensen kunnen zich met je identificeren." Waarom hij Holland zo'n prachtland vindt: "Elke grasspriet in Nederland heeft een mening en mag die hebben. Nergens passen er zoveel geloven in een vaas als hier. Er is geen enkel land waar je de vijand van alle kanten kunt zien komen en er iets tegen ondernemen, en niet alleen geografisch. Ik heb Holland vooral goed leren kennen, omdat ik veel weg ben."

Aardbevingen

"Er is een constante lijn vanaf mijn 23ste", zoekt Van Veen een rode draad in zijn artiestenbestaan. "Het karakter is constant, de onderwerpen zijn meer uitgediept. Ik heb grote veranderingen meegemaakt, niet op het artistieke vlak, meer privé. Aardbevingen die je niet voor mogelijk houdt. De impact van mijn werk op mijn persoonlijke leven, dat was vooraf niet te overzien." "Ik heb niet kunnen vermoeden dat je van huis gaat en als een ander mens terugkeert. Vooral als je documentaires maakt in de Derde Wereld. Om het pathetisch te zeggen: honger kun je op de tv niet ruikrn.Het heeft mijn leven drastisch veranderd."



Maarten van de Rakt