Cosmopolitan
Renske Heddema

BABETTE VAN VEEN:
Zingen, dansen en acteren

1 feb 1990

"Er bestaat niet heerlijkers dan het moment waarop er 'actie' wordt geroepen, dan begin je en dan gaat het vanzelf." Voor haar debuut in de film 'Blueberry Hill' werd Babette door de critici unaniem geprezen.
Ze wil acteren, zingen, dansen en dat alles met honderd procent inzet. Opzij, opzij, opzij voor Babette van Veen.


Op een bijeenkomst in Amsterdam, waar acteurs hun eigen castingcatalogus presenteren en waar we hebben afgesproken, kan ik haar nergens vinden. In de gangen van het Nederlands Theater Instituut verdringen zich jonge acteurs en actrices met gretige ogen. Minstens vier meisjes met lang blond haar heb ik al aangesproken en de zaal wordt steeds leger, als ik haar plotseling zie staan. Babette van Veen, klein, frêle, en verfrissend natuurlijk, in een oversized regenjas. Inderdaad heel anders dan haar jaren vijftig look in de film 'Blueberry Hill'. Ze verontschuldigt zich voor de vertraging van haar trein en bekent dat ze gemengde gevoelens heeft over dit soort bijeenkomsten.

'Ik walg van mezelf als ik me sta op te maken; het is toch tweederangs,' oordeelt ze zonder omwegen. We zijn snel weg, naar het café. Onderweg vertelt ze me even onomwonden van haar recente belevenissen in Oostenrijk en van de treinreis terug. Het letterlijk uit het Duits vertaalde 'onwaarschijnlijk' ligt haar nog voor in de mond: ze heeft een 'onwaarschijnlijke' spierpijn van het bergklimmen met haar Weense vriendje, en vindt de veertien uur durende treinreis 'onwaarschijnlijk' lang. Bovendien heeft ze last gehad van een paar Zweden in haar coupé, die een weddenschap hadden afgesloten hoe lang zij het gezeur van een medepassagier zou uithouden. Laconiek stapt ze naast me voort.

In het café is het weerzien met Robbe de Hert, de man die haar ontdekte en regisseerde, uitbundig. Zijn film 'Blueberry Hill', die dit najaar een succes was in de Belgische en Nederlandse bioscopen, is Babette's debuut. De Hert, een Bourgondische veertiger met een Antwerpse tongval, ligt aan haar voeten.

'Hè, Babetje,' klinkt het geregeld als hij om be-vestiging vraagt van zijn beweringen, en haar liefdevol over de rug aait. Natuurlijk wil ik van hem weten waarom bij de audities nu juist de keus op Babette viel.

'Die ogen, die ogen: blauwe meren! Ze was nummer negenenvijftig en ik wist dat ik die moest hebben. Dat ze de dochter is van Herman van Veen wist ik niet eens, dat heeft er dus ook niks mee te maken.'
'Je zult het wel beter weten'

Bij de audities voor de mannelijke hoofdrol, vertelt Babette later, had ze zelf een doorslag-gevende stem. 'Er stonden zo'n twintig man op een rij, die éen voor éen naast je kwamen staan. Zelf had ik volop de gelegenheid om de rij nauwkeurig te inspecteren en te bedenken met wie ik de film wilde doen. Robbe vroeg me wie ik zou nemen, toen koos ik Michael. Die kende ik nog van school en ik wist dat hij goed was; dat was voor mij het belangrijkste.'

De screentest voor 'Blueberry Hill' kwam precies op het goede moment, want ze zat een beetje op een dood punt na haar opleiding op de Herman Teirlinck Studio in Antwerpen. Een school die ze overigens zonder spijt verliet. 'Ik heb geen hekel aan school, maar ik wil wel altijd voor de volle honderd pond weten waarom ik iets doe en hoe ver ik ermee wil komen. Als ik dat niet meer weet, houd ik het voor gezien.

En, hoewel ik ook veel vrienden heb gemaakt op de toneelschool, was het er toch moeilijk. Veel mensen willen niet begrijpen dat je in een lastige positie zit met een succesvolle vader die zingt en acteert. Ik had het er net nog over met de zoon van Paul van Vliet, die bij ons in de buurt woont; die voelt dat precies aan. Men accepteert het nauwelijks als je ook wilt zingen en acteren. Je kunt, zelfs op school in een lessituatie, niets van anderen zeggen, want als je kritiek op een medeleerling hebt, is het meteen: 'Oké, je heet Van Veen, dus doe jij het maar. Je zult het wel beter weten.' Dat pretendeer ik helemaal niet, en die houding tegenover mij was heel vervelend. Bovendien gaan alle Belgen ervan uit dat Nederlanders uit hun nek lullen, zoals wij dat soms van hen zeggen. Misschien ligt het aan mijn eigen paranoia, maar ze waren niet fair tegenover me.'

Dan volgt een ongezouten betoog over de kwaliteit van docenten die full-time zijn verbonden aan een toneelopleiding: 'Die kunnen toch niet goed zijn; als je goed bent, sta je op een podium en niet voor de klas. Kijk, zo iemand als Monique van de Ven, die geeft naast haar filmerij ook les aan de toneelschool. Dat vind ik goed. Ik vind haar trouwens fantastisch, onwaarschijnlijk. Op haar zou ik willen lijken als ik doorga in dit vak.'


'Nee' tegen Playboy


Het moeilijkste onderdeel van het filmen vindt Babette de momenten die voorafgaan aan de opname. Dan wordt de laatste hand gelegd aan de make-up, de kapper zit aan je haar te friemelen, de kledingmensen verschuiven nog een schoudervulling, er moeten viltjes onder je schoenen. 'Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid, en dat komt allemaal in jou samen wanneer je gaat spelen. Er bestaat niets heerlijkers dan het moment waarop 'actie' wordt geroepen, dan begin je en gaat het vanzelf. Robbe was trouwens fantastisch, stelde me voortdurend op m'n gemak. Hij gaf me helemaal geen technische aanwijzingen, maar zei steeds dat hij me had genomen zoals ik ben. Hij zag in mij een bepaald type en, ook al ben je het niet helemaal met hem eens, ik vind dat je uit jezelf moet halen wat een regisseur in je ziet. Ik doe dat heel intuïtief; aan technische uitspraken heb ik op mijn leeftijd nog niet zo veel.'
Babette is vast van plan zichzelf verder op te leiden, vooral als zangeres en danseres. Daarom heeft ze een piepklein rolletje aangenomen in een Belgische musical, waarin ze veel moet dansen. Die lessen staan voor haar voorop. En wie weet komt er uit haar Oostenrijkse activiteiten ook nog werk, want als ze bij haar vriend is, zit ze niet stil. Ze neemt spotjes op en zingt jingles in, want er moet tenslotte brood op de plank komen. Babette: 'Op school werd er wel gewaarschuwd dat er dagen zouden komen dat je niets te eten hebt. Dat leek mij romantische flauwekul, maar als je absoluut geen geld hebt of zelfs schulden, dan moe je heel sterk staan om nee tegen een opdracht te zeggen.

Toen Playboy me vroeg voor een naaktreportage, heb ik geweigerd: dat vind ik slechte reclame voor mezelf. Ik wil me rustig verder ontwikkelen en doorleren. Over een paar jaar moet het duidelijk zijn dat ik goed ben of dat ik het binnenkort zal worden. Als ik dat dan niet zeker weet, stop ik rigoureus.'



Renske Heddema