Tussen de Rails
Jouke Mulder

Het vijfjarenplan van Herman van Veen

10 okt 1968

In een van de vorige Tussen de Rails-afleveringen zei Wim Kan in een interview: 'Gisteren heb ik een brief geschreven aan een heel talentvolle jongen die ik van 8 tot 10 uur in de Haarlemse Schouwburg praktisch alleen bezig heb gezien. Deze Herman van Veen- 23 jaar-deed me van verbazing èn van de lach bijna van mijn stoel tuimelen. Een prachtig talent, hij is nog volkomen onbekend, maar hij heeft een zeer: goede toekomst in dit vak in handen. We zijn inmiddels enkele maanden verder en parodist-zanger - Herman van Veen van het Utrechtse Cabaret Chantant Harlekijn is niet meer zo 'volkomen onbekend* als toen. Kans woorden leidden tot interview' me: Van Veen in verschillende dagbladen: al gauw bleek, dat hij een goede toekomst tegemoet kan gaan.


Jouke Mulder, voor zijn 'Talenten'-serie op zijn beurt Herman van Veen voor Tussen de Rails interviewend, trof in Utrecht aan de Oude Kamp nabij de Dom een uitgelaten jongeman aan. Herman van Veen, sinds enkele maanden vader van een dochter met de aparte naam Babbet ('Ja heus, die naam bestaat') garneerde het gesprek met opgewekt gefluit en zangtrillertjes als 'Toe-die-doe'. Hij ziet de komende tijd dan ook zeer zonnig in.
'Wat Wim Kan over me gezegd heeft, dat is natüürlijk ontzettend belangrijk voor me geweest. Dat een man met zo'n ervaring zo compleet achter je gaat staan, dat betekent een enorme stimulans. En 't heeft z'n commerciële waarde óók-toen ik door Kan die peut publiciteit kreeg, heb ik bewust naar een lancering op drie fronten gewerkt: grammofoonplaten, televisie, zaaloptre- den. Een single'tje, met 'Het Hondje' en 'De Neus', dat is gewoon waanzinnig goed ontvangen. M'n televisieoptreden, een deel daarvan is later heruitgezon- den. Een lancering op drie fronten tegelijk, dat gebeurt heel weinig in Nederland.

Dankzij Kan ben ik ook twee weken in Japan geweest. Optredens onder auspiciën van Nederlandse clubs daar en de KLM.Ik heb nog in een grote tv show gestaan.'t Was iets in verband met de verjaardag van de Keizer. Op zo'n carriere binnen enkele maanden niet te snel is? Wat u nu zegt, dat hoor ik veel, ze zeggen dan: "Is dat niet gevaarlijk?, je bent pas 23 en dan zo'n sprong. Maar kijk ik ontwikkel ook andere initiatieven, ik heb een soort vijfjarenplan opgezet.

Het komende half jaar bijvoorbeeld, doe ik geen theater; ik ga dan filmen, voor een Belgische co-produktie, 'De Prinses'. Ikspeel de hoofdrol, die van een fotograaf die allemaal idealistische platen maakt, wat hem geen' moer oplevert. Hij gaat dan op de commerciële toer, verdient veel geld, maar raakt, omdat hij een harde jongen wordt, in con- flict met zijn omgeving. Goed, en dan ga ik vanaf december tv- shows maken, voor de Vara, terwijl intussen dan. in september, een langspeelplaat is uitgekomen. De volgende stap. zo heb ik me voorgesteld, is een rol in een musical.

Heeft die een tijdje gedraaid, dan wil ik met een Engelstalige show gaan werken, want waarom moet je in Nederland blijven? Die optredens in het buitenland, die moeten met het uitbrengen van single'tjes op de platenmarkt worden voorbereid. Zo werkend, geloof ik, dat het probleem van de korte, krachtige top er niet hoeft te zijn. Het ligt aan jezelf: wat doe je? En dat maak je zelf uit. En ik doseer dus. Ik wil bepaalde vormen van exclusiviteit creëren. Iets anders: ik oen nu. sinds kort, bij een inside-publiek bekend, Op het Conservatorium hier in Utrecht ben ik. tijdens het tweede jaar. voor het eerst met cabaret begonnen. Ik deed het samen met Laurens van Rooyen, nu nog m'n pianist. Het programma heette 'Music Joke' en was een persiflage op de klassieke muziek. Een jaar later kreeg 't een uitbreiding en werd de naam 'Cabaret Chantant Harlekijn', zoals 't dus nog heet. Alleen werken we sinds juni van dit jaar met een grotere muzikale bezetting en ging het repertoire nog meer de richting van een groot theaterprogramma op. Parodistisch, dat is ons kenmerk. We proberen te entertainen en komen niet aan grote, problematische toestanden. Het is in feite een one-man-show rond mij- de harlekijn- met wisselwerk tussen presentator en begeleiding; met contrasten óók. want na een, twee liedjes komt dan opeens een parodie. Twee chansons, twee móóie, en dan opeens iets schizofreens, iets dat in volkomen contrast met het voorgaande staat.

Ik praat de overgangen bijna niet aan elkaar. Ik pas hoofdzakelijk gebaren toe, bijvoorbeeld, ik knip na een liedje met de vingers, alsof ik het licht uitdoe, gooi m'n jasje achter de coulissen, ga weg, en kom weer op, met hetzelfde jasje aan. Zo krijg je zonder tekst toch een sprekende overgang. Ik parodieer een violist, een zanger van volksliederen, een klassieke zanger, een balletdanser, een danspedagoog. Ik overdrijf natuurlijk, maar maak het niet belachelijk; daar komt het op aan - dat -dat je net ever de streep gaat. Het is eigenlijk zo dat je een overtrokken presentatie geeft van hoe de mensen bijvoorbeeld een violist zien. of een balletdanser. Je geeft herkenningspunten, aangedikte herkenningspunten. En dan, dan moet je uiteindelijk laten zien, dat die violist, dat je die violist ook gewoon kan neerzetten. Hermans hè, Toon Hermans in dat geweldige nummer van die goochelaar, die almaar een heel verkeerde toestand maakt, maar aan het eind goochelt de man echt even. Dat is het, dan is de parodie geslaagd... even laten zien, dat-ie het wel kan. De clowns in het circus, die maar wat aanklooien met saxofoons waar water uitkomt en die in stukken breken, die komen aan het eind van hun act plotseling met één geweldig nummer. Met z'n drieen blazen ze dan opeens een serieus stuk wek. Op die manier wordt de parodie acceptabel, zó moet je werken.

Ja, ik heb m'n conservatorium opleiding afgemaakt. dccd viool en zang. Ik geef nu ndf aan het eoascivatorium les, één uur nog maar. want ik heb het te druk gekresen en dat ene nor zal volgend jaar ook wel ver vallen. Vóór het conservatorium heb ik nog erg getwijfeld: danu naar toe of naar de toneelscnool? Ik heb altijd naar het theater gewild. Als clown, als vreemde vogel, als harlekijn, ja, toen al. Waarom? Misschien omdat m'n vader dat ook wilde. En hij heeft 't voor de oorlog nog gedaan, maar daarna moest hij wel een' vak leren-hij werd typograaf. Op school speelde ik al circusje. En later, ik ben heel wat keren het circus ingeglipt. Ik was een inglipper, kwam door de nooduitgang naar binnen of gaf me uit voor schrijver van de schoolkrant. Ik heb er een hoop rondgekeken: dat theater, die clowns, het fascineerde me.

Sport... sport fascineert me ook. Het is net zoiets, het is voor mij ook theater. Als ik Real Madrid zie voetballen, dan is dat voor mij theater, met enorme showkerels. Als Gento een doelpunt heeft gemaakt, dan moet je 'm zien lopen, dan lóópt hij als de man die iets geweldigs^ heeft gedaan. Anton Geesink, dat gebaar na een overwinning, alleen die handen even naar boven... En Cees Verkerk, die als een idioot naar de verliezer rijdt en hem zoiets als feliciteert... Natuurlijk, het hele leven kent theater, maar bij grote openbare dingen, als sport, kun je het zo duidelijk zien.

Kijk, dat ik voor mijn parodieën zoveel muziekmensen gebruik, komt omdat op dat terrein het materiaal voor het opscheppen ligt. Het zit 'm in het gepassioneerd zijn, het uitleven in de muziek, de creatie. Zoals ze achter de piano zitten... soms bijna Socutera-achtig. En dat ik succes heb. dat komt mede door het feit dat ik vijf jaar conservatorium heb. Want als ik een klassieke zanger parodieer, dan kan ik dat met reden doen.'



Jouke Mulder