het Parool
Herman van Veen

Voor Danny Kaye zijn er geen vragen meer over

6 nov 1971

door Herman van Veen uit Parijs

"Een bleke, vermoeide man met ogen, waarvan ik geen hoogte krijg. Ik ben bang, dat ik de juiste hoogte begrijp. Hij heeft het allemaal al zo vaak verteld. ,Zijn ef nog vragen? Dan wordt u allemaal bedankt'.
Een wandelende brochure op witte slobschoenen, groene corduroy broek, een vest met strepen, wit overhemd, een cowboysjaal. Hij heeft het over zijn hand, die rust op de schouder van een klein, ziek jongetje. Praat niet over het vier-letter-woord LOVE. Als praat hij over een grap of een cliché, zo vaak heeft hij het al gebruikt. Mat is het geworden, afgevlakt door vermoeienis. Ik weet het niet. Ook als ik met hem spreek, hem probeer aan te kijken, contact te maken, kijkt hij niet in mijn ogen, maar naar mijn oorlel. Of lacht schaapachtig naar een blozend Frans journalistenvrouwtje."



"Dat hij ongetwijfeld een hoop goed doet, daar ben ik van overtuigd. Het constateren en vastleggen van een hoop ellende is een goed ding. Maar het is nog helemaal niets als er geen oplossingen zijn of openingen. "Zijn er nog vragen? Dan wordt u allemaal bedankt."
Zijn er verdomme geen vragen meer, vraag ik me af. Voor Danny Kaye zijn er geen vragen meer. Iedereen heeft zijn foto. Twee minuten poseren en dan is het afgelopen. Daarmee is de zaak voor de UNICEF behartigd. Dan vragen de mensen mij: "Hoe zit het dan met jouw oplossingen?" Ik wou dit zeggen, geen mens komt er uit. Het is een strijd met jezelf en het probleem."

Ik praat over Danny Kaye en niet over de duizenden vrijwilligers; sensationele, anonieme mensen. UNICEF is voor mij zonder meer een unieke en fantastische mogelijkheid om werkelijk iets te doen. Maar als ik het heb over Danny Kaye, dan heb ik het over de man , die duizende mensen ook in zekere zin vertegenwoordigt. En iets van die mensen af moet stralen.

Gevoel

-Weet-ie, als ik niet zou weten dat het Danny Kaye was geweest daar in het George V, dan was ik twee minuten blij zitten en dan was ik doorgelopen. Kijk, het is niet anders dan bijvoorbeeld een arts, die over kanker praat en het er zo vaak over heeft gehad, dat het een soort parkeerverbod wordt. Voor mij was de confrontatie met Danny Kaye niet: nou ga ik Jezus zien. Nee, maar ik had wel IETS willen zien, het gevoel moeten hebben, dat ik wat in mijn handen had, een prikkeling in mijn ogen. Ik heb niets gezien en niets gevoeld. Ik kon die hele entourage niet vergeten, geen moment. Dat enorme decor. Die sfeer bij die persconferentie van: er kan hier niets fout gaan. Van die grote livrei-ers met hun wapenuitrusting voor de deur. En pluche, waar je tot je knieën in zakt. En ondertussen laten ze foto's zien van kinderen, die staan te verrekken. Het gebeurde allemaal in de sfeer van: O.K. jongens komen jullie naar het hotel en dan zal ik jullie op een soepele manier vertellen over de ellende in Pakistan. Niet te lang, want daar moet ik het verhaal nog vertellen en daar en daar. Daar kom ik ook nog. Marionettentheater."

Vonk "Ik had gedacht. Danny Kaye is een prettige, plezierige, joviale, blijmoedige man. Bij mij kwam dat anders over. Hij weet zó goed, wat zijn sympathieke trekjes zijn en lanceert ze als het moeilijk voor hem wordt. Of


Het Parijse hotel George V. vrijdagmiddag half zes. In een pompeuze zaal zitten circa zestig journalisten van internationale pluimage te wachten op Danny Kaye, die een persconferentie zal geven. In het kader van de viering van het 25-jarig bestaan van de UNICEF.
Danny Kay komt volgende week naar Den Haag om daar het zilveren jubileum te vieren. Hij is ere-gast op een feest dat aanstaande donderdag op de tv wordt uitgezonden. Danny verschijnt, Danny maakt grapjes. Geeft de fotografen excact twee minuten tijd om plaatjes te schieten. Zegt dan: "Spreekt iedereen Engels in de zaal? Ja? Laten we dan maar Zweeds gaan praten."
Ook rollen er aforismen van zijn lippen in de trant van: Met kinderen heb ik nooit problemen. Die krijg je pas met volwassenen. "Voor de grap praat Danny van tijd tot tijd gebroken Frans. De journalisten lachen geduldig. Terloops roert Danny Kaye ook nog de problemen van de Pakistaanse vluchtelingen aan. Hij is juist uit Pakistan naar Parijs overvlogen. Maar na een paar ernstige woorden volgen weer de onvermijdelijke grappen. Herman van Veen. ambassadeur van UNICEF in Nederland liet het allemaal op zich inwerken en vertelt over zijn ontmoeting met Danny Kaye.



hij doet het gewoon om het wit te vullen. Misschien heeft hij te veel gezien." "Nogmaals, ik wil niet ontkennen en ik weet ook, dat die man ontzettend veel heeft gedaan. En nog steeds doet. Maar bij een ontmoeting van mensen en mensen moet er toch iets gebeuren. Iets vonken. Zeker in dit geval. Danny Kaye was volgens mij he: slachtoffer van zichzelf en van de organisatie. die hij vertegenwoordigt. Goodwill over de raggen van de wederzijdse commerciële intriges, een afspiegeling van deze maatschappij me: alle goede en alle kwade dingen, die in haar schoot verborgen liggen.

Uitgangspunt

"Door kinderen en vóór kinderen. Dat uitgangspunt van UNICEF moeten we allemaal steeds voor ogen houden. Als ik Greetje uit Afrika een glas melk geeft blijft ze een dag langer leven. Je kunt ook de vader van Greetje zijn geweer in de kast laten hangen en voor Greetje laten zorgen. Als ik Greetje opvoed tot een zelfstandig mens, kan ze op den duur Papa gaan bestrijden Of als ik midden in de oorlog een akker beplant kunnen we die akker leegvreten en daarna weer rustig oorlog gaan voeren. Wat moet je doen? "Het is een hopeloze perpetuum mobile."

Meneer Davicho, vertegenwoordiger van UNICEF in Parijs, zegt tegen Danny Kaye: "Dit is Herman van Veen, de Nederlandse ambassadeur van UNICEF. Dan roept Kaye: "Aaaah Holland, ... Klabstoek."
Wat zegt u?
,.Klabstoek ..
Oooh, Klapstuk!
Dany Kaye: "Schggggeveningken ... Mooi strand, mooi land...

... MOOI LEVENNN ..



Herman van Veen