Nieuw Kamper Dagblad

Ik wil de mensen een plezierige avond geven

Herman van Veen niet bang voor televisie

5 juli 1968

'In Haarlem begon de victorie', zegt Herman van Veen, 23 jaar, musicus, cabaretier en leider van 'Harlekijn'. In december een slecht bezocht maar goed gerecenseerde voorstelling in de Haarlemse schouwburg. In maart veel meer publiek in dezelfde zaal. Een toegejuicht tv-optreden, daarna in andere steden meestal een volle zaal. In november komt hij een voorstelling in Zwolle geven.

Hoe is het begonnen?
'lk heb als kind altijd theater gemaakt. Kijkdozen, circusjes op straat, en dat ging door op de lagere en de middelbare school. Onbewust heb ik daarvan verschrikkelijk veel geleerd. Toen ik van school kwam, heb Ik geaarzeld tussen toneel of muziek. Ik vond muziek exclusiever'.

'Na anderhalf jaar op het Utrechtse conservatorium merkte ik, dat ik entertainer wilde worden. Ik voelde me helemaal niet thuis in de wereld van de klassieke muziek. Een symfonie van Mozart bijvoorbeeld, dat is een tintelend iets. Ik kan daar niet bij stil blijven zitten. Dan ga ik iets doen en wat ik dan doe, dat is vaak iets waar de mensen om moeten lachen.'

U hebt geen spijt van die conservatorium-opeiding ?
'Voor mij was het bijna de ideale opleiding. Analyse bv. van een sonatine of symfonie, dat is eigenlijk het hele programma. Rustpunten, overgangszonen, thema's. Ik leerde ook bewegen op muziek, een melodie uitbeelden met het lichaam en ook de statische elementen, de harmonieën'.

Is een opleiding voor cabaret noodzakelijk?
Een toneelschool, een academie, een conservatorium of een kleinkunstopleiding kunnen goed vakmanschap nooit garanderen. Ik wil niet zeggen dat die scholen slecht zijn, maar er zijn zoveel 'groten die nooit op school hebben gezeten'. Sommige mensen moeten nu eenmaal alles individueel doen. Die kunnen het in een klas niet leren, of ze kunnen het al, dan hoeven ze het niet te leren. Voor mij was het conservatorium wel nodig. Al was het maar dat ik me bewust werd van het aanwezige talent'.

'Als je bv. aanleg hebt voor een romantische toon op de viool, wordt zoiets daar ontwikkeld. Verder de kennis van wat er te koop geweest is in het verleden. Dat bespaart je tijd, je hoeft het niet allemaal zelf te ontdekken. Ik zie nu geen verschil meer tussen wat voor kunst dan ook. Het heeft allemaal dezelfde basis, dezelfde pricipes.

Hoe bent u beroeps geworden?
'We begonnen als troubadours met een programma dat we konden veranderen naar gelang het publiek waarvoor we optraden. Op een gegeven moment zijn we daarvan afgestapt en hebben we ons tot het hele theaterpubliek gewend. Het was wel nog altijd een parodie op de klassieke muziek, maar zo gemaakt dat die algemeen begrijpelijk was. We zoeken het nu meer in eenvoud, vroeger wilden we toestand. Eenvoud' is' véél geraffineerder'.

Met wie werkt u samen?
'Vijf musici zijn in vaste dienst. De pianist Laurens van Rooyen, met wie ik altijd ben opgetreden. Gerard Stellaard, die ontwikkelt zich tot een van de beste Nederlande arrangeurs. Tonnie Koning, de drummer, komt uit het beatwezen, maar hij is ook conservatorium leerling. De fluitist Erik van der Wurf en de bassist Bert Ducaat. Ze maken een soort muziek dat opvalt. We zijn stuk voor stuk klassieke musici met jazz-neigingen'.

Hoe ziet uw programma er uit?
'Het is een combinatie van beweging, muziek en tekst, allemaal humoristisch met een paar grote klappers. Ik wil de mensen een plezierige avond bezorgen. Toch begin ik langzamerhand wel een paar dingen te zeggen. Volgens het schema: vermaak, terugduiken in de werkelijkheid, weer vermaak, terugduiken in de werkelijkheid, weer vermaak. Als je uitsluitend rottigheid brengt zien ze het niet meer.'

U bent niet bang voor tv?
'We leven niet in 1936. De artiest van deze tijd moet, vind ik, gebruik maken van de tv in niet ingeringe mate ook. Frank Sinatra bijvoorbeeld is helemaal niet bang dat de mensen niet naar het theater komen als ze hem op tv hebben gezien. Hij brengt een nieuw lied juist eerst op de buis. Het is daar tot ze doorgedrongen dat 'live' iets heel anders is.
Theater, dat is uitzijn.