Het Vaderland
F.V.B.

een opvallende, gekke, dartele kostwinner

5 apr 1968

IN NEDERLAND is op avonden van culturele kringen, volksuniversiteiten, middelbare scholen, kweekscholen e.d., sinds kort een jonge solo-cabaretier aan de gang, die volgens zijn bewonderaars collega's als Seth Gaaikema en Reint Gratema spoedig achter zich zal laten. Het is Herman van Veen uit Utrecht, 23 jaar oud. Hij is pas een half jaar beroeps, maar hij heeft al engagementen voor vier, vijf avonden per week. Ook in België. Hij is bezig de komende maanden voet aan de grond te krijgen in de vrije theaterwereld, die van de openbare voorstellingen. Een steun daarbij is zijn optreden voor de televisie gisteren, als opkikker na een grimmig toneelstuk van Schnitzler.


Het is niet de eerste keer dan Herman van Veen op de televisie is. Hij heeft eens in een programmaatje gestaan waaraan ook het Leids Zoldercabaret meewerkte, maar dat was op Nederland 2. Ook heeft hij een keer een liedje gezongen in "Mies en scène maar daarmee kon hij niet zichzelf zijn. Herman van Veen is namelijk, hoewel hij solist is, onderdeel van een voorstelling. Zijn show wordt evenveel gemaakt door hemzelf als door de muziekmensen, die achter hem op het podium doende zijn, als ook door de belichter, die achter de coulissen werkt.

Het is niet eenvoudig onder woorden te brengen wat voor soort one man-show Herman van Veen over het voetlicht brengt. Het is geen cabaret, zoals Seth Gaaikema doet. Conférences ontbreken. Ook politiek ontbreekt. Herman van Veen is evenmin een nieuwe Toon Hermans, hoewel ook hij het in de eerste plaats zoekt in het amuseren van het publiek. Hij is even dartel, maar minder sentimenteel. Bovendien is er het samenspel met de muziek en het dartel zijn vanuit die muziek. Het beste is Herman van Veen te vergelijken met een Franse fantaisist als Marcel Amont.

Het is allemaal begonnen op het Utrechtse conservatorim waar Herman van Veen op ging voor het diploma algemeen vormend muziekonderwijs. Dat diploma heeft hij sinds een jaar. Hij studeerde ook nog viool en zang. Daar op het conservatorium, zat ook Laurens van Rooyen (33) voor zijn onderwijsakte piano. Geen van beiden had het gevoel ooit het gewone muziekvak te zullen ingaan. Dat kwam door de aard van hun opleiding.

"De naam conservatorium zegt het al. Het conserveert. Bach. moet je altijd met een uitgestreken gezicht spelen, maar in zijn tijd was hij een eersteklas feestneus".
Met muziek moet je plezier hebben, vonden ze, en ze beleefden dat door opgegeven thema's vrijelijk te parodiëren, zo in de trant van de Deense Amerikaan Victor Borge. "We deden dat op schoolavonden en dergelijke. De leraren waren er niet erg van gediend".
Drie jaar geleden zijn ze de radio-wereld binnensgestapt met hun parodiën en met liedjes als dat over het jongmens, dat zijn keus niet kon maken uit Jeanne, Jeanette en Jeanetonne. Ook Vietnam-liederen hadden ze toen op hun repertoire.
Nu niet meer. In de loop der jaren hebben ze zich doelbewust gericht op het muzikale en gezongen amusement. Op een voorstelling, twee jaar geleden in Utrecht, kwam regisseur Nico Knapper binnenlopen. Die is er sindsdien bij gebleven als adviseur. Herman en Laurens hadden toen niet alleen de steun van de radio, maar ook van de tv. De kweek van nieuwe artiesten is een kwestie van lange termijn. Het vertrouwen van een paar jaar geleden heeft donderdag zijn eerste echte uitwerking gehad.

Inmiddels toeren Herman en Laurens al zo'n half jaar op beroepsbasis door Nederland. En zij niet alleen. De organist, de fluitist, de slagwerker en bassist, eveneens afgestudeerden van het Utrechtse conservatorium, horen erbij. Zij hadden geluk want een van de avonde werd bezocht door Wim Kan. Hij schreef later ..Deze Herman van Veen deed me van verbazing én van de lach bijna van mijn stoel tuimelen.
Èen prachtig talent, hij is nog volkomen onbekend, maar heeft een zeèr goede toekomst in dit vak 4 handen".

Het klopt. Wie sceptisck gestemd naar zo'n avond van Herman van Veen en de zijnen toegaat - want er is zoveei jong talent, dat echter meestal niet verder blijkt te komen dan dat talent - ondergaat de complete verrassing van een nieuw soort kleinkunstvermaak, gebracht in de uitgekiende perfectie van een routinier. De zaal laat zich volkomen overrompelen door de onzinliedjes en door de muziekparodietjes, zit het volgende moment muisstil als Herman van Veen er een gevoelig chanson tussendoor doet, om vervolgens weer uitgelaten te lachen wanneer de jonge man met perfecte koldermime een menuetdanser persifleert of van zo'n edel, oud-Hollands liedeke een volstrekte parodie maakt.

"Kijk, wat dat conservatorium betreft, die ernst lag ons dus niet. Maar wat waar is, is waar. Je leert er mime, je leert er dictie, je leert er je effecten, je leert er je stem te gebruiken, het is alleen maar hoe je dat alles zelf verwerkt tot iets persoonlijks. Het is allemaal gein en grol, maar als vak doodserieus. We hebben er samen dan ook jaren naar toe gewerkt. Omdat het niet onze hobby was, maar onze ambitie. We zouden anders in het bestaande muziekwerk rebben gezeten. De theater-wereld met de image van het rokkostuum. Waarom in vre desnaam altijd in rok-kostuum? Zo'n ding zit onhandig en is nog warm ook".

De groep van Herman van Veen en Laurens van Rooyen. die zijn vennoot is, heet "Harlekijn". Zij bestaat ook uit eigentijdse, ludieke Harlekijnen. Ze zeggen van zichzelf: "Feestvierende personeels clubs van fabrieken moeten ons maar niet vragen. We zijn weliswaar van johadihee en leve de onzin, maar ja, hoe moeten we het zeggen, het zit allemaal toch ook erg onderhuids en daar moet je gevoel voor hebben".


Polydor heeft inmiddels twee nummers van Herman van Veen op de plaat uitgebracht. Het zijn "Het hondje", een dynamisch, speels geval over hondenliefde en "De neus", een vertaalde tekst van Aznavour die dit orgaan lof toezingt. Ook zijn medewerkster Floortje Klomp, die in het cabaret twee vriendelijke liedjes zingt staat op de plaat met "We blijven binnen tot in mei" en "Nachtliedje", (resp. Polydor SI 259 en SI 260).



F.V.B.