ELAN

RENT A FRIEND

juli 1999

BELEGGEN OP DE AEX BEURS OMDAT DE KOERSWINSTEN ACHTERBLIJVEN? VOOR DE DURVERS IS ER NU EEN NIEUW BELEGGINGSOBJECT: DE NEDERLANDSE FILMINDUSTRIE


Uit de maritieme sector kennen we al de scheepvaart-CV. Door het opzetten van een commanditaire vennootschap kunnen vermogende particulieren participeren in een schip (zie ook de column 'Fiscaal Signaal', elders in dit blad). Feitelijk wordt
Een soortgelijke constructie heeft het ministerie van Economische Zaken nu mogelijk gemaakt voor de Nederlandse film. Deze industrie heeft het al jaren moeilijk, ondanks internationale successen van films als De Aanslag en Antonia en sterren als Rutger met 300.000 gulden. Een rekenvoorbeeld voor deze laatste film geeft aan wat u mogelijk kunt verdienen met de inleg. Wie in de belastingschaal van zestig procent zit, betaalt over twee ton inkomen grofweg 120.000 gulden belasting. Wie nu uit eigen middelen 25.000 gulden inlegt (zoals bij Rent a Friend) mag dit bedrag, plus een eenmalige investeringsaftrek van ruim 6.000 gulden, in mindering brengen op het belastbaar inkomen. In plaats iemand ondernemer in die CV waardoor een fors deel van de inleg aftrekbaar is voor de belas ting. Zeker in de tariefgroep van zestig procent gaat het daarbij om substantiële bedragen. Het voordeel voor de scheepvaartindustrie is dat de bouw van schepen gemakkelijker kan worden gefinancierd. Met deze fiscale truc heeft de overheid eigenlijk de Nederlandse scheepsbouw drijvende gehouden, anders was deze sector wellicht allang gesneuveld in het Aziatische concurrentie geweld. Hauer, Paul Verhoeven en Monique van de Ven. Menig film moet het hebben van fondsen en fondsjes. Schraapwerk dus. Door een impuls als de CV-constructie kan er makkelijker geld naar de industrie stromen. Inmiddels worden drie nieuwe films in Nederland op deze manier gefinancierd. De eerste is De Nachtvlinder van Herman van Veen, nummer twee The Little Vampire. De derde is Rent a Friend van rising star Eddy Terstall. Van Veen wil 2,5 miljoen gulden ophalen; Terstall doet het bescheidener van over 200.000 gulden betaalt u slechts belasting over 168.000 gulden. U betaalt dan zo'n 19.000 gulden minder belasting.

Zet dat af tegen de inleg van 25.000 gulden en u loopt een risico van slechts 6.000 gulden. Daarna worden de berekeningen lastig, want afhankelijk van zaken als de verkoop van de film, bioscoopbezoek en dergelijke. Maar volgens de investeerders is een rendement van vijftig procent niet irreëel.
Zo snijdt het mes dus aan twee kanten. Enerzijds helpt u de Nederlandse film, anderzijds levert de investering mogelijk meer op dan de drie procent ren- te op een spaarrekening bij de bank. Rest natuurlijk wel de vraag: wie wil er nu investeren in de Nederlandse film? Dat is toch bij voorbaat rekenen met negatief rendement? Volgens de betrokkenen valt dit mee.
De Nederlandse film scoort soms best goed en sleept de laatste jaren zelfs af en toe een Oscar binnen. Bovendien is het maxi- male verlies 6.000 gulden en is beleggen nooit zonder risico. Voor de durvers is er nu dus ruimte voor investeren in een nieuw beleggingsobject.

En mocht het rendement op uw investering tegenvallen, dan hebt u in elk geval een leuke avond gehad in de bioscoop.