Amigoe (Curacao)
B. Jos de Roo

Curacao inspireerde tot derde-wereld-nummers

Herman van Veen en zijn groep

maart 1979
ZONDAGMORGEN OP HATO. In de aankomsthal zit Herman van Veen na de televisie-opnamen al een uur lang rustig op zijn koffers. Zijn impressario Joost Taverne staat ernaast. In de buurt een douane-beambte zonder uniform. Joost: "Die man houdt ons in de gaten. Is benieuwd wat die kunstenaars bij een langzaam-aan-actie zullen doen. Nou, dat is duidelijk, dan doen we niets".

Eindelijk buiten gekomen, haalt Herman van Veen diep adem: "Jongens, wat is het hier lekker!" Dan: "Ik heb je twee jaar geleden in een interview beloofd dat ik mijn , indrukken van Curacao in een nummer zou verwerken. In de voorstelling zitten nu drie nummers die geďnspireerd zijn op Curacao. Het zijn meer derde-wereld-nummers gewor- den. Nee, over de inhoud praat ik liever niet, dan krijgen ze van tevoren al zo'n gewicht, je moet zelf maar kijken".

Maar in één van de interviews uit de persmap lees ik nader- hand: "Als ik iets probeer uit te leggen en ik zie het dan later terug in de krant, dan sla ik soms in verbijstering mijn handen voor de ogen".



Bij het inchequen aan de balie van Hotel Avila staat Herman van Veen naast twee Hollandse jongens. „In dienst hier?" ,,Ja ^meneer". ^Herman: ..Nog wat gevochten : de laatste tijd?"- Verbaasd:. .,,Nee meneer". 'Herman: ,,Nou, dan zitten jullie hier toch goed:" De jongens willen de nadelen van Curacao gaan opsommen, maar Herman verduidelijkt: ..Ik bedoel, je .: kan maar beter hier zitten dan ' in Libanon".


MAANDAGMIDDAG OP HATO.


De rest van de groep komt met echtgenotes en de ouders van Herman van Veen aan. Alle medewerkers hebben ongeveer dezelfde leeftijd als Herman van Veen voor in de dertig. Herman: ,,De mensen denken altijd dat ik veel ouder ben. Dat komt doordat ik al zo'n 'twaalf jaar bekend ben". Verandert zijn publiek van samenstelling? „Dat is moeilijk te zeggen. Je kunt wel iets opmaken uit het jaarlijkse onderzoek naar de twintig populairste Nederlanders.
Daar schommel ik nu al een paar jaar om de negende plaats. Op die lijst komen allerlei mensen voor: Den Uyl, Van Agt, André van Duin en Prins Bernhard bij voorbeeld". En Wim Kan? „Nee, die staat er niet op". Druppelsgewijs komen de medewerker Druppelsgewijs komen de medewerkers door de douane Enthousiaste begroetingen:. Erik van der Wurff staat al een tijdje naar de rotsen te turen. Hij wijst: „Zien jullie daar die geit?" Verklarend tegen de vrouwen die voor het eerst op Curacao zijn: „Geiten lopen hier overal zomaar rond".

Herman van Veen terugblikkend naar twee jaar geleden: ,,De mensen op Curacao moesten even wennen aan wat ik deed. Merkwaardig vond ik dat er een heleboel die hier naar de voorstelling geweest waren, later in Holland ook gingen. Dan kwamen ze na afloop even naar achter om te zeggen dat ze me op Curacao ook gezien hadden." Over de voorstelling van nu: „Op Curacao gaat deze show voor het laatst.
We spelen hem niet meer. Hij is opgenomen voor de televisie en in Nederland wordt hij vrijdagavond uitgezonden. Na Curacao ga ik voor twee weken naar de Verenigde Staten, met Monique van der Ven de titelsong voor de film „Uit elkaar" opnemen. Ik moet er ook naar de Verenigde Naties.
Ik ben ambassadeur van Unicef in Nederland, vandaar. En dan moet ik in Duitsland zes films voor de televisie opnemen voor we op toernee gaan door Scandinavië". En weg is Herman, zijn ouders begroeten.

Joost Taverne vertelt wat Herman en hij die ochtend gedaan hebben.. ,,Gepraat-over een vijf-jarenplan. Dat is in de showwereld ongebruikelijk maar we hebben een zaak, Harlekijn, die regelt niet alleen alles, voor Herman, maar ook voor een aantal andere artiesten. Harlekijn heeft nu twintig man in dienst en dan moet je ver vooruit denken, want ze moeten brood op de plank hebben. Voor de film Uit elkaar" was het budget bij voorbeeld 1,3 miljoen. We hebben geen cent bij het Produktiefonds willen vragen, al verklaarde iedereen ons voor gek. Eerst wilden we bewijzen dat het ook zonder produktiefonds kan, dan kloppen we voor een volgende film er misschien nog wel eens bij aan".

De ouders van Herman kruipen bij hem en Joost in de voorste wagen, een oude Amerikaan. In vijf kleine huurautootjes rijdt de groep erachteraan. Glunderende, nieuwsgierig rondkijkende gezichten. Bij Avila ligt de eerste al vijf minuten na aankomst in het water. Maar meteen is ze er geschrokken uit:
,.Er zijn allemaal enge beesten". Het blijken geschrokken krabbetjes te zijn. Hermans vader vraagt me ontsteld: ,,Leven er mensen in de krotten waar we langs kwamen? Je vraagt je af hoe zoiets kan in het koninkrijk". De trouwste fan van Herman blijkt zijn moeder te zijn. Ze heeft deze voorstelling al zeker vijftien keer gezien. ..Het is nog steeds spannend hem op het toneel te zien. Ik ga daarom wel eens meer mee op toernee".

Aan de bar zitten Joost en Herman een cola te drinken. Ze vertellen graag over hun stichting Colombine. opgezet om kleinschalige ontwikkelingsprojecten te financieren. Ze zijn ervoor in de Filippijnen geweest. ,,Daar zit pater Lagerwey die voorlichtende films, platen en boeken uitgeeft. Bijvoorbeeld stripboeken.

Op het oog een gewoon boek over liefde. Maar als José tegen het eind zijn meisje zal krijgen, zegt ze: Nee. je moet er eerst wat omheen doen. want anders krijgen we een kind dat we niet te eten kunnen geven. Dus slaat José op, gaat naar een automaat en trekt een condoom. Er is ook een stripverhaal over rijstbouw, daar zijn de gegevens van de FAO-rapporten in verwerkt. Ontzettend goed wat die pater doet. Wij zórgen voor fondswerving".

Er is een gezelschap naast ons komen zitten. Een dame nipt aan haar sherry en zegt tegen niemand in het bijzonder: .,Ik drink maar sherry, ze zeggen dat het het enige drankje is. waar je niet dik van wordt". Ze zet haar glas neer en vraagt Herman:

,, Wanneer bent u aangekomen?" Herman: De laatste keer dat ik me woog, woog ik 72 kilo.


DINSDAGMIDDAG IN HOTEL AVILA.


Kennismaking met de pers. Herman van Veen en zijn medewerkers zitten in een grote kring. Net een Hollands verjaardagsfeest. Herman wordt voor een radiostation geďnterviewd en vertelt voor de zoveelste keer over zijn plannen. Joost Taverne komt op me af: ., Harlekijn is niet alleen Herman van Veen. Het is een springplank voor sommige mensen. De gitarist Harry Sacksioni speelt bijvoorbeeld nu voor het laatst met Herman van Veen. Hij gaat zelfstandig optreden, want er is veel vraag naar hem sinds zijn gouden plaat.

Gerard Jongenius, de belichtingsman, heeft in de loop der jaren een eigen bedrijf opgebouwd en is nu voor het laatst met een toernee mee".
Omdat de belichting in de shows van Herman van Veen door de perfectie altijd de aandacht trekt, ga ik een praatje maken met Gerard Jongenius. ..Sinds '73 heb ik een eigen bedrijf", vertelt hij.

"Ik wilde meer op lichtgebied, ik kocht dus wat Herman nodig had had en hij huurde de apparatuur van me. Zo ben ik begonnen. Nu verzorg ik het licht voor Toon Hermans, Jasperina de Jong, Seth Gaaikema, eigenlijk voor iedereen. Als je goed materiaal hebt en goede mensen, dan heb je in dit vak altijd werk".

Dat blijkt belangrijk te zijn voor Gerard Jongenius. „Toen Herman eens een tijdje stopte met theater, zat ik meteen drie maanden in de WW. Dat vond ik verschrikkelijk. Ik wilde niet zo sterk afhankelijk zijn. Herman is veelzijdig, heeft veel interessen, zodat elke keer opnieuw kan gebeuren dat hij uit het theater stapt".
In de vele theaters waar Gerard Jongenius het licht heeft verzorgd, heeft hij een eigen kijk gekregen op wat een goed theater is. ,, Daarom vormen directie en technisch personeel een eenheid. Je merkt het meteen als het niet botert. Als ze van achter weinig gehoor krijgen bij die van voor, dan worden het mensen die alsmaar op de klok kijken of hun tijd er nog niet op zit".

Met Herman praat ik nog over zakelijke aspecten van deze tournee. De hotelkosten. een deel van de vliegkosten, dat kunnen ze toch nooit met de recette dekken? Herman: ,,Nee, we doen het ook meer voor de groep. Het is goed om er samen na de voorstellingen eens uit te zijn. Daarom hebben we hier nog een week vacantie".

Joost Taverne: ,,We betalen ook geen gage, want we moeten er nu al op bijleggen. We betalen het hotel en de tickets, en dat is het". Thuis draai ik de plaat uit de persmap. Bij het nummer „The loom" schiet ik overeind. Steelbandmuziek, die de functie van een aanklacht krijgt: Een bijtend laatste couplet: „Elke scheepslading t- shirts maakt weer wat zwarten blij . Liefdadigheid verandert hun land in een uitdragerij Want we zijn er met z'n allen van overtuigd dat elke Afrikaan Dolgraag een keer in onze schoenen zou willen staan".

Joost Taverne telefonisch: „Ja, dat nummer is mede ontstaan naar aanleiding van ons vorige bezoek. Vooral de muziek: de inhoud is meer een derde-wereld-nummer. „The loom" zit heel wat uitgebreider in de voorstelling dan op de plaat"



B. Jos de Roo