het Vrije Volk
Koff.

Cabaret Harlekijn: goed materiaal , opbouw onaf

1968

UTRECHT — Het cabaret-chantant Harlekijn heeft zaterdagavond voor het eerst in Utrecht zijn nieuwe programma in een vrije voorstelling gebracht (in februari volgen er nog vier). Dat gebeurde heel succesvol in de Blauwe Zaal van Esplanade voor, ondanks Carrell en Forsyte op de tv, zo'n 120 man publiek. Daar we al in december ter gelegenheid van de première in Laren, ruim aandacht hebben besteed aan dit tweede programma van Harlekijn, zullen we ons ditmaal beperken tot enkele kanttekeningen.


Waarbij we vooropstellen, dat Herman van Veen, de zingende, dansende, potsen makende solist van dit muzikanteske cabaret, een uitgesproken theater-talent is. Zijn uitbundige presentatie werkt erg aanstekelijk en — extra pluspunt — hij heeft een geweldige stem, waarmee hij navenant weet te spelen.

Daarom is het juist zo jammer, dat wat hij brengt programmatisch als los zand aan elkaar hangt. Zijn liedjes zijn afzonderlijk genomen allemaal het aanhoren waard, maar liet totaal is te weinig gevarieerd, mist keerpunten op de juiste momenten en wekt daardoor soms de indruk van herhaling, ook al omdat meer dan eens een spitse tussentekst ontbreekt. Kortom, er zit te weinig lijn in het programma, de opbouw is onaf (nog een voorbeeld: de zang van Floortje Klomp, hoe verdienstelijk ook, valt qua stemming uit de toon — een tegenstelling is prima, maar dan moet deze ook aanvaardbaar worden gemaakt, d.w.z. ingepast).

Conclusie:
Harlekijn mist een regisseur (adviseur of zomaar een vent) die het goede materiaal dat hier echt wel voorhanden is, optimaal weet te benutten.



Koff.